aan het woord

Afkicken van cijfers

Moeten we stoppen met het meten van bbp?

(c) Masha Osipova voor Avanti

Werkeloosheid, IC-bezetting en zelfs geluk: in Nederland meten we veel zaken aan de hand van data. Maar om grip te krijgen op de economische staat van het land moeten we cijfers soms juist loslaten, stelt Daniel Mügge. De politiek wetenschapper pleit voor een herinrichting van ons meetapparaat waarin meer aandacht is voor het klimaat en sociale cohesie. Maar om effectief beleid uit te kunnen voeren, moet de politiek het vertrouwen van het volk terugwinnen. ‘Ik mis een deugcultuur in Den Haag.’

De inflatie stijgt, energierekeningen zijn torenhoog en steeds meer mensen leven onder de armoedegrens. Tegelijkertijd is er een enorme krapte op de arbeidsmarkt – in ieder café of supermarkt hangt wel een bordje met ‘op zoek naar personeel’. Zorgen rijzen over waar het economisch heen gaat. Daniel Mügge, hoogleraar politieke arithmetiek aan de Universiteit van Amsterdam, snapt de zorgen onder de bevolking. ‘Ik kijk niet angstig, maar wel bezorgd naar de toekomst. En de signalen die ons economisch meetapparaat afgeeft, zijn heel uiteenlopend. Dat is een nieuwe situatie. Traditionele analyserasters, die ons vertellen wat we ‘ervan moeten maken’, functioneren niet meer goed.’

De wetenschapper deed jarenlang onderzoek naar de meetmethodes achter economische indicatoren zoals het bbp (bruto binnenlands product). Het internationale onderzoek bracht hem en zijn team naar landen over de hele wereld, waaronder Zuid-Afrika, Brazilië, China en de Verenigde Staten. Een conclusie daaruit: de focus op het bbp is verouderd. Om goed beleid te kunnen maken, moet er een alternatief komen dat meer recht doet aan de veelzijdigheid van onze maatschappij. ‘In Nederland is er een soort van verantwoordingscultuur ontstaan waarin alles is becijferd en van politici verwacht wordt dat zij beslissingen kunnen rechtvaardigen met een kosten-baten analyse. Maar zaken als sociale cohesie en duurzaamheid kun je niet altijd doorberekenen,’ legt Mügge uit.

Afkicken van de cijfers dus, of een ander model creëren met een aantal kerncijfers.

(c) Masha Osipova voor Avanti

Mügge kwam uit bij een soort van tweetrapsraket: in plaats van alles willen meenemen in de metingen, liever focussen op dingen we echt belangrijk vinden. ‘De groei van het bbp is iets abstracts. De politiek zou vaker beslissingen moeten nemen die verder gaan dan “dit is goed voor de economie, dus we doen het”. Bijvoorbeeld: we moeten nu  gewoon verduurzamen, of je het nou in de groeicijfers terugziet of niet. Daar is bereidheid en durf voor nodig, plus vertrouwen van de bevolking in de politiek. Dat heb je nodig om die stappen in een andere modus te zetten.’

En dat laatste is momenteel een probleem. Het vertrouwen in de Nederlandse politiek is fors gedaald. Zeven op de tien ondervraagden geven aan weinig of heel weinig vertrouwen te hebben in de landelijke politiek, blijkt uit een Ipsos-onderzoek in opdracht van de NOS. Gelukkig is vertrouwen te herwinnen, aldus Mügge, alleen moet er wel een cultuuromslag komen. ‘Wat ik mis in Den Haag is een deugcultuur. Te lang hebben we ons ingezet op een erg technocratische manier van beleid maken waarin het individualisme voorop stond. Een soort van ‘live and let live’ waarbij alleen werd ingegrepen als mensen in elkaars vaarwater kwamen of er iets gefixt moest worden. Niet zozeer slecht, maar er is meer nodig in deze tijd.’

(c) Masha Osipova voor Avanti

Als voorbeeld noemt hij Jan-Peter Balkenende. Tien jaar geleden sprak hij als minister-president al over normen en waarden. Men vond dat toen conservatief en traditioneel. Balkenende kreeg veel hoon over zich heen. Inmiddels is Mügge van mening dat er juist behoefte is aan een cultuur die fundamentele deugden ondersteunt. ‘Eerlijkheid, barmhartigheid, flexibiliteit en moed – van die eigenschappen die van mensen voorbeeldfiguren maakt. Terecht of niet, ik vermoed dat er momenteel maar weinig zijn die deze associaties hebben bij de mensen in Den Haag,’ vertelt Mügge en voegt toe: ‘Zullen veel Nederlanders Mark Rutte als een karaktervoorbeeld zien? Ik gok van niet, en dat is jammer. Een probleem bovendien, want gebrekkig vertrouwen in en respect voor de politieke kopstukken van Nederland, sijpelt ook door naar andere aspecten in de samenleving.’

Meetmethodes zijn verouderd

De meetmethodes die we gebruiken om ‘de economie’ te duiden, zijn in het midden van de twintigste eeuw ontstaan. In die tijd was de samenleving meer afgebakend. Mannen werkten in loondienst in een fabriek; vrouwen onbetaald thuis. Veel producten werden geproduceerd en verkocht in Nederland. Consumptie draaide vooral om basisbehoeftes—voeding, kleding, onderdak. Door dit allemaal te meten, kon de overheid makkelijk een beeld krijgen van economische verhoudingen en daar met beleid op inspelen.

(c) Masha Osipova voor Avanti

Inmiddels zijn door mondialisering de scheidslijnen steeds minder vanzelfsprekend. Het is moeilijker te bepalen welk (deel van een) product in Nederland, China of in Amerika wordt geproduceerd. Mensen werden afwijkende uren: thuis, in de avond of zelfs vroege ochtend. Bovendien is er in Nederland veel flexwerk, en zijn er talloze zzp’ers. ‘Hoe vaak zie je iemand al voor werktijd bellen op de fiets, of hoor je dat iemand om ’s avonds tien uur nog zijn email checkt? Die uren zijn heel moeilijk in beeld te krijgen,’ voegt de wetenschapper toe.

Ondanks deze veranderingen is er nog steeds een excessieve focus op cijfers, het liefst zo dat ze samengevat kunnen worden in één grafiek of tweet. Maar wat zegt de bbp-groei over de welvaart als daarin een groeiende kloof tussen arm en rijk niet wordt meegenomen? Een ander voorbeeld is hergebruik: winst voor de samenleving, want het is duurzaam, maar volgens het bbp is het verlies omdat het leidt tot minder productie.

(c) Masha Osipova voor Avanti

Tegelijkertijd is er goed nieuws: er veranderen wel degelijk dingen in onze bestuursmodus. Het CBS bijvoorbeeld heeft zeker oog voor verschillende delen van de samenleving, zoals ook op Prinsjesdag bleek in uitgesplitste inflatiecijfers en koopkrachtplaatjes. ‘Maar als je een omvattend beeld wil geven van hoe de samenleving ervoor staat, dan zul je een vrij ingewikkeld verhaal moeten vertellen en daarmee soms het cijferkompas ook moeten loslaten.’

Mügge is sinds 2006 hoogleraar politieke arithmetiek aan de afdeling politicologie van de Universiteit van Amsterdam, waar hij momenteel onderzoek doet naar kunstmatige intelligentie. Als politiek wetenschapper hield hij zich altijd al bezig met het snijvlak tussen de politiek en de economie. Immers, er is geen aspect van de economie waar de politiek geen vinger in de pap heeft.

Zelf vindt hij het een geoorloofde vraag of we moeten stoppen met het meten van het bbp. ‘Misschien schept dit ruimte in het debat, en gaan we het hierdoor hebben over andere zaken. Maar als je zoiets tegen economen zegt, klinkt er al snel een ‘ho ho ho, wacht eens even…’ ‘Gelukkig heb ik een bepaalde mate van onafhankelijkheid en de vrijheid om onderzoek te doen in een richting waar ik geheel achter sta,’ zegt Mügge