aan het woord
Almeerse Vrouwenmars
Iedereen is nodig voor het feminisme
Shadi Nikshomar is nog maar negentien, maar al jaren politiek actief. De GroenLinks- kandidaat helpt Almeerders bij gemeentelijke aanvragen, zorgde ervoor dat iedere leerling op haar school een vooroordelentest moest doen en zamelde geld in voor kinderen in het AZC. Op 6 maart organiseert ze de Vrouwenmars. ‘Als ze me een ‘bitch’ noemen dan weet ik dat ik op de goede weg zit.’
Op haar veertiende merkte ze voor het eerst hoe groot de verschillen tussen mensen kunnen
zijn. Allereerst door simpelweg in de broodtrommel van klasgenoten te kijken. Wie had er
een croissantje en een vers sapje, en wie een paar boterhammen met pindakaas? Maar ook
door haar eigen achtergrond merkte ze dat het sommige mensen onnodig moeilijk werd
gemaakt. Haar moeder bijvoorbeeld, die als alleenstaande chronisch-zieke recht had op alle
subsidies.
‘Ze hing uren aan de telefoon, was veel in contact met de gemeente. In het begin probeerde
ze het voor me te verbergen, maar als kind merk je dat bepaalde zaken niet goed gaan. Dan
vroeg ze of ik een zin voor haar kon formuleren. Later bleek het om wéér een bezwaarschrift
te gaan,’ begint Shadi haar verhaal.
Door de bureaucratische rompslomp wordt het mensen zo moeilijk gemaakt dat ze denken:
laat maar. En dat is volgens Shadi een structureel probleem. ‘Heel oneerlijk ook,’ voegt ze
toe. ‘Daarom heb ik me op mijn veertiende als vrijwilliger aangesloten bij GroenLinks. Ook
buiten verkiezingscampagnes gaan we langs huizen, vragen we mensen wat er speelt in de
wijk en verwijzen we ze door naar bepaalde instanties.’
Inmiddels staat ze op de vierde plek van de kandidatenlijst voor GroenLinks Almere. Ook zet
ze zich binnen de partij in voor meer diversiteit en inclusie en organiseert ze acties, zoals
een inzamelingsactie voor 175 kinderen in het asielzoekerscentrum.
Shadi’s ouders zijn geboren in Iran. Meer dan twintig jaar geleden vluchtten ze naar
Nederland. Door haar bi-culturele en migratieachtergrond is de jonge activiste zich extra
bewust van de onbewuste en impliciete vooroordelen die er in de samenleving leven. Om
jongeren hiervan bewust te maken, moesten alle leerlingen op haar middelbare school een
test doen. En dat werd niet door iedereen gewaardeerd. ‘Sommigen lachten me uit, anderen
vonden dat ik zeurde. Want ik had ervoor gezorgd dat die test er kwam.’
Uiteindelijk bleken dezelfde mensen een paar jaar later over Black Lives Matter te posten op
sociale media. In het begin ergerde ze zich aan het gelegenheidsactivisme van de mensen
die haar eerder nog uitlachten, inmiddels ziet ze het als een positieve ontwikkeling.
‘Performative activism is de eerste vorm van bewustwording, ook al is het voor de show. Ik
heb geleerd dat het een proces is waarin mensen moeten groeien,’ legt Shadi uit.
De strijd tegen onrecht vindt ook buiten het klaslokaal en de politieke arena plaats. Op het moment dat er debatten of discussies zijn dan hoor je Shadi. Vaak krijgt ze te horen dat ze ‘fel’ is. ‘Als ik man was geweest, dan hadden ze me ‘gepassioneerd’ genoemd, en niet de ‘bitch’,’ zegt ze, eraan toevoegend dat ze het eigenlijk wel grappig vindt om zo genoemd te worden. ‘Vooral wanneer jongens mij zo noemen, want dan weet ik dat ik op de goede weg zit.’
Het is één van de talloze voorbeelden die Shadi opsomt als ze begint te vertellen over de
ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Dat vrouwen wereldwijd veel minder macht
hebben. Dat vrouwen minder positief beoordeeld worden. Dat vrouwen minder kansen
krijgen en langer op een wachtlijst staan. En dat vrouwen minder structureel minder serieus
worden genomen dan mannen.
Daar heeft Shadi ook ervaring mee. Toen ze op school de discussie aanging met een
mannelijke docent, werd ze afgescheept met een ‘ga weg, je zeurt’. Woedend kwam ze
thuis. Haar moeder zei toen dat ze twee dingen kon doen: boos naar bed gaan terwijl de
docent haar allang weer is vergeten, of een brief aan de docent schrijven. Shadi volgde het
advies van haar moeder op en stuurde een lange mail. Hierop antwoordde de docent dat hij
het zo niet had bedoeld. ‘Ik plaagde je maar,’ schreef hij. ‘Natuurlijk neem ik je serieus.’
Shadi’s moeder, zelf een groot feminist die een patriarchale cultuur ontvluchtte, leerde haar
dat ze boosheid moet omzetten in iets werkbaars. Op 6 maart organiseert ze een
Vrouwenmars. Deelnemers lopen om 14:00 uur vanaf de Esplanade een rondje door de stad. Op de grond
worden zogeheten cat calls geschreven: leuzen die meisjes en vrouwen dagelijks naar hun
hoofd geslingerd krijgen.
Van ‘trek dat rokje eens omhoog!’ tot de vraag of ze aan geslachtsdelen willen
voelen: Shadi en haar vriendinnen hebben talloze voorbeelden. Meestal is het een simpel
‘hey meisje’, maar toch geeft ook dat een onveilig gevoel. ‘Het kan zijn dat één op de
duizend van deze mannen een bedreiging vormt, maar toch bereid je je voor. Autodeur
meteen op slot, sleutelhanger met een haakje in je tas, deo in de hand als je ’s avonds alleen
op straat loopt, haar in knot zodat je niet meegetrokken kan worden: voor vrouwen zijn dit
soort voorzorgsmaatregelen standaard. We staan er niet eens meer bij stil hoe abnormaal
het eigenlijk is,’ vertelt het kandidaat-raadslid.
Iedere vrouw of meisje kent wel een verhaal over grensoverschrijdend gedrag uit diens
omgeving, vervolgt Shadi. Daarom was ze ook niet verbaasd om het schandaal rondom The
Voice. Eerder verbaasd om het feit dat mensen verbaasd waren.
‘We kennen allemaal wel iemand die is aangerand of verkracht, maar niemand claimt een
dader te kennen. Het is nooit iemands broer, vader, buurman of mattie. Nee, je mattie was
‘gewoon dronken’,’ zegt ze gepassioneerd. ‘Mannen moeten niet alleen met ons meelopen
tijdens de Vrouwenmars – ze moeten elkaar aanspreken. En dan niet van: ‘het had je
zus/moeder kunnen zijn’, want dat betekent eigenlijk dat vrouwen eerst iemands eigendom
moeten zijn voordat de man realiseert dat zijn gedrag onacceptabel is.’
De Vrouwenmars op Internationale Vrouwendag is voor iedereen: vrouwen, mannen en genderneutrale personen. Shadi benadrukt dat juist mannen nodig zijn voor het feminisme. ‘We hebben mannen nodig om te zorgen dat vrouwen zich niet meer onveilig voelen, en niet meer ongelijk worden behandeld. Alleen door iedereen erbij te betrekken kunnen we een duidelijk signaal afgeven: ongepaste opmerkingen zijn niet ok, grensoverschrijdend gedrag is niet ok. Genoeg is genoeg.’