aan het woord
De burcht
over bevers en bomen
Reeën, vossen, hazen en natuurlijk vogels: in de Almeerse bossen kun je tegen vele onverwachte buren aanlopen. Samen met boswachter Amy Zeeman struinden we door Almeerderhout. Langs hoge bomen en struiken, op en langs de paden, op zoek naar de bever. Zal hij zich laten zien?
Voordat we op pad gingen, hadden we een aantal foto’s gezien. Tussen het gras, onder een boom en zelfs op het strand: steeds meer Almeerders spotten de bever. En natuurlijk pakken ze dan direct hun telefoon om foto’s en video’s te maken. ‘De bever lijkt qua grootte op een hond, alleen dan een met een platte staart. Het is nogal een imposant beest,’ vertelt Amy Zeeman, boswachter van Staatsbosbeheer.
Bang hoeven mensen niet te zijn voor het grootste knaagdier van Europa. De bever eet alleen takjes en bladeren en is alles behalve vijandig. Bovendien zijn ze schuw van aard. ‘Als je ze spot dan moet je heel stil zijn, want anders duiken ze onder water en laten ze zich niet meer makkelijk zien. Ze kunnen ook best goed zwemmen,’ aldus Amy, die in het voorjaar en de zomer kanotochten organiseert voor iedereen die een bever wil spotten (de Grote 5 Beversafari).
We lopen van de Kemphaan naar het bos. Na nog geen tien minuten staan we bij een grote hoop met takken waar een hek omheen staat. Het is de beverburcht, het huisje van de bevers. Een burcht bestaat uit meerdere kamers waarin de bever slaapt, eet en bevalt. Kleine bevers blijven drie jaar lang bij hun ouders, helpen hen bij de geboorte van nieuwe jongen, en dan trekken ze de wijde wereld in.
Een burcht kan wel tien meter breed en twee meter hoog worden. Het onderkomen dat wij zien, is ook fors. En hoewel deze burcht niet meer zo actief meer is als andere burchten op de Kemphaan wordt het nog steeds door de bevers gebruikt. Fotograaf Masha kijkt ernaar, maakt wat foto’s van de plek. Waar zijn de bevers nu? Houden ze soms een winterslaap? ‘Ja en nee,’ legt Amy uit, terwijl we verder lopen door het bos. De bever slaapt overdag en wordt pas actief als het gaat schemeren. ‘Als het vriest, kan de ingang van de burcht bevroren raken. Dit komt omdat de ingang van de burcht onderwater ligt. Dan blijft de bever in zijn burcht, waar in de lente en zomer voldoende voedsel is verzameld, een soort verplichte winterslaap.’
Dat de bever van sappige takjes en blaadjes houdt, kan een probleem vormen voor bomen. Om de voorkomen dat ze alles rondom de burcht kapot knagen heeft Staatsbosbeheer hekjes om de stammen gezet. Dan blijven de bomen beschermd, en dat is belangrijk voor de toekomst van het bos. Toen Flevoland werd drooggelegd, werden er vooral essen en populieren geplant. 43% van alle essen in Nederland stonden in Flevoland. Mooie, grote en sterke bomen, maar helaas waren ze niet opgewassen tegen de essentaksterfte: een schimmel die de boom van binnenuit aantast. ‘Als een boom het te pakken heeft, gaat die gewoon dood. Daarom hebben wij veel bomen moeten weghalen en zijn wij nu nog druk bezig met het herplanten van deze stukken bos,’ legt Amy uit.
Bomen worden niet zomaar gekapt, vervolgt ze. ‘Als je niet weet dat de essentaksterfte heeft toegeslagen dan denk je misschien dat we de bomen hebben gekapt voor het maken van producten,’ zegt Amy, die aangeeft dat het soms lastig is om mensen te bereiken. ‘Maar als er zoiets gebeurt dan planten we direct nieuwe bomen. In Flevoland zijn we momenteel bezig met bosomvorming: het aanleggen van verschillende soorten bomen, zodat we in de toekomst beter beschermd zijn tegen ziektes zoals de essentaksterfte.’ Iedere boom wordt zorgvuldig geïnspecteerd door boswachters. Een oranje stip op de stam betekent dat een boom wordt gekapt, een blauwe stip geeft aan dat het een toekomst- of een natuurboom is, Deze blijven staan en verdienen extra aandacht. In een natuurboom zit bijvoorbeeld een roofvogelnest waar de vogels ieder jaar naar terugkeren. En een toekomstboom is een boom die groot en sterk is met weinig dikke zijtakken. Daar kunnen over tientallen jaren mooie producten van worden gemaakt.
Bomen kappen zodat wij een mooie nieuwe tafel hebben. Is dat niet controversieel? Amy legt uit van niet. ‘Het is beter om het hout hier vandaan te halen, dan om het te importeren met een torenhoog CO2-gehalte. Bovendien zal er nooit meer hout verdwijnen dan dat er bijkomt, tenzij de essentaksterfte roet in het eten gooit natuurlijk. Maar ook daar zijn wij druk bezig om het bos in te planten. Daarnaast neemt een jongere boom meer CO2 op dan een oude en zowat volgroeide boom.’ Wanneer we een boom weghalen blijft een groot deel van de takken en toppen in het bos liggen, bomen die tijdens een storm omwaaien laten we ook liggen. Er komen insecten op af, die worden gegeten door vogels, en de vogels weer door de vossen. Dood hout doet leven, is de boodschap.
Als boswachter publiek verzorgt Amy de communicatie. Ze geeft voorlichting, staat de pers te woord en leidt groepen rond. Ook verzorgt ze uitstapjes zoals kanotochten. Als kind had ze al wat met de natuur, daarom studeerde ze toegepaste biologie in Almere. De eerste drie jaren van haar studie concentreerde ze zich op het zeeleven. Dat veranderde toen ze in het laatste jaar stage ging lopen bij een boswachter in de Oostvaardersplassen. Op het terrein zag ze vele vogels en edelherten. Ze raakte zo verwonderd door het gebied, de wildernis, dat ze van interesse veranderde. ‘Sommige mensen denken dat ze weinig met de natuur hebben. Ikzelf daarentegen ben ervan overtuigd dat iedereen wat met de natuur heeft. Ze moeten alleen eerst verwonderd raken. Door een groep edelherten bijvoorbeeld, die ineens langsloopt of het spotten van een bever,’ zegt ze.
De boswachter heeft nogal een stoffig imago. Het zouden vooral mannen van middelbare leeftijd zijn die met een paard of een hond door de bossen struinen. Maar de laatste jaren kantelt het beeld: er komen steeds meer jonge mensen bij, ook vrouwen. Toen Amy aan de slag ging, werkte ze eerst een aantal jaren in Zeeland en de beheereenheid Dronten & Lelystad voordat er een plekje vrijkwam in de stad waar ze is geboren en getogen. Om Almeerders kennis te laten maken met de natuur wordt er in de bossen van alles georganiseerd. Je kunt er lunchen, wandeltochten maken, kanoën, klimmen, vogels spotten en nog veel meer. Er is ook een wildplukroute die langs bessenstruiken, kruiden en eikenbomen leidt. Mensen kunnen hier voor eigen gebruik plukken. ‘Bij Staatsbosbeheer hanteren wij als regel een champignonbakje of twee handjes per persoon. Maar helaas zie je dat niet iedereen zich hieraan houdt. In het najaar komen mensen soms met grote shoppers die ze vulden met walnoten,’ zegt Amy. Dat er voor de rest niets overbleef was vervelend. Maar dat de bomen ook nog eens toegetakeld werden om zoveel mogelijk walnoten te bemachtigen, was ronduit pijnlijk voor de boswachters, die vermoeden dat hierbij om commercieel gebruik ging. Dan praat je over stropen, en dat is verboden in Nederland. ‘En je moet weten: die noten waren nog niet eens rijp. Pas als ze uit zichzelf van de boom vallen, zijn ze te eten.’
Gelukkig gaan veruit de meeste Almeerders erg respectvol met de natuur om. Na een flinke wandeling door het bos zijn we terug bij de Beverburcht. Het is nog licht, maar door de wolken lijkt het bijna avond. Het enige geluid dat we horen is het geluid van regen die op de bladeren valt. Fotografe Masha doet een stap vooruit om een foto te maken. Ineens klinkt geritsel tussen de takken even verderop. Een klein, donkerharig beestje rent voorbij. ‘Een bosmuisje,’ lacht Amy. De bever heeft zich vandaag niet laten zien. Maar teleurgesteld zijn we niet. Want in de Almeerse bossen doen zelfs de bomen je verwonderen. Voor meer informatie over het Bos, activiteiten, cursussen en wandelroutes: www.staatsbosbeheer.nl/stadsbossenalmere