aan het woord
Column: Wicky van der Meys
Mijn lichtpunt iedere week: het werk in Hospice Almere
Toen de deuren na de uitbraak van corona in juli weer openden, mocht ik weer meedraaien in het hospice met het team van tachtig vrijwilligers. Een nieuwe start, omdat we verhuisd zijn naar een prachtige locatie aan de Meesterstraat, aan de rand van ons kloppende stadshart.
Terwijl de herfstwind krachtig de blaadjes uit de bomen probeert te blazen en onze vijf kamers bezet zijn, heerst binnen een vredige sfeer. Tijdens de wisseling van de diensten bespreken we met de vertrekkende collega’s hoe de dag verlopen is. Wij werken in vier diensten van twee vrijwilligers, tussen zeven uur ‘s ochtends en elf uur ‘s avonds. Gedurende vrijwel de hele dag en nacht staan de verpleegkundigen van Buurtzorg klaar om zich te ontfermen over onze bewoners. Die professionals doen graag een beroep op ons en wij vinden het fijn om hen te mogen assisteren.
De voordeur staat van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat open voor familieleden en vrienden. Ook kan men blijven slapen en hebben wij zelfs een koppelbed. Door de nieuwe corona-maatregelen mogen we nu maximaal drie bezoekers per kamer, per dag toelaten. Na het opnemen van de temperatuur, noteren we de gegevens van de bezoekers voor de GGD. We schenken een drankje in en brengen de bezoekers naar de bewoner in de mooie ruime slaapkamers. Door ons streng aan de maatregelen te houden, hopen we zo lang mogelijk open te kunnen blijven.
In Hospice Almere verwelkomen we mensen en nemen uiteindelijk altijd afscheid.
In onze grote woonkamer staat een piano waarop twee partituren staan. Als ik naar de piano kijk gaan mijn gedachten naar een bewoner die vlak voor zijn sterven de Matthäus-Passion speelde. Het was een warme dag, de deuren stonden open en de klanken van de piano waren tot in de tuin te horen. Het is mooi hoe sommige mensen die hier bij ons zijn heengegaan, zomaar ineens weer in m’n gedachten opduiken. De herinnering aan deze mensen, hoe kort ze ook mijn leven hebben gekruist, ontroeren me omdat ik voel dat men alleen al door deze gedachte niet helemaal weg is. In de hospice verwelkomen we mensen en nemen uiteindelijk altijd afscheid. Als iemand is heengegaan informeren de coördinatoren ons. Meestal voel ik dankbaarheid omdat iemand geen pijn meer heeft en steek ik thuis een kaarsje aan. Heel soms is er een traantje en houdt het me bezig, zoals bij die jonge vrouw die zo van taartjes hield. Slagroom of mokka. Omdat we zo dicht bij de stad zitten, kunnen de bewoners onder begeleiding op de markt een visje kopen. Het is fijn te weten dat iemand daar nog van heeft mogen genieten.
Op de gang staat naast een kamer een apparaat waarmee een bewoner pijnstilling en zuurstof krijgt toegediend. Van onze collega’s uit de vorige shift hebben wij bij de overdracht vernomen dat de dokter langs is geweest om extra morfine toe te dienen. Twee kinderen en een kleinkind zijn in deze kamer aanwezig. Wij zijn er als men ons nodig heeft en zorgen voor de familie van onze bewoners. Maar het allerbelangrijkste is dat wij de intimiteit in de kamers niet verstoren. Ondertussen vouwen wij de was, strijken de lakens, lopen de koelkast door, ruimen de vaatwasser in, maken de kamers schoon, overleggen met de bewoners wat zij willen eten en doen de boodschappen. Vandaag kiezen de bewoners unaniem voor hutspot met een gehaktbal. Ook de familie eet graag mee.
Als een koningin zat ze in haar rolstoel bij ons in de woonkamer.
Om vier uur ‘s middags krijgen we extra ondersteuning van een derde collega want net als in een gewoon huishouden is het rond etenstijd spits in het hospice. Een bosbessen-ijsje wordt uit de vriezer gehaald voor een mevrouw die niet meer wil eten. Gretig zuigt ze op het ijsje en geniet van de smaak. Haar lippen kleuren rood. Vorige week nog stiftten wij haar lippen met een rode Chanel lipstick. Wat voelde ze zich mooi. Als een koningin zat ze in haar rolstoel bij ons in de woonkamer. Nu heeft ze daar de kracht niet meer voor. Haar mooie bruine ogen lachen lief vanuit het bed. Het matras zoemt zacht. Een lichte trilling moet doorligplekken voorkomen.
Terwijl een collega de gehaktballen draait en de aardappelen voor de hutspot schilt, wordt de door de Rabobank gesponsorde fiets gepakt om nog een wijntje te kopen. Omdat een bewoner daar zo van houdt. Gearmd brengen wij meneer naar de eettafel en schenken een glas wijn voor hem in. Terwijl het avondeten in de woonkamer en in drie kamers wordt uitgeserveerd, zien wij vanuit onze ooghoeken hoe de verpleging het apparaat bij de kamer in de hoek ontkoppelt. Wij weten wat dit betekent. De twee bewoners die heerlijk bij ons aan tafel zitten te smullen van hun eten, hebben niets in de gaten. We bieden ze nog een tweede ronde toetjes aan, maar meneer wil niet aankomen en mevrouw geeft hem groot gelijk, terwijl ze mosterd op haar gehaktballetje smeert en zichtbaar geniet.
Vrolijke muziek klinkt nog door de ruimte. Mijn collega en ik kijken elkaar aan en zonder woorden te wisselen veranderen wij de zender voor stemmige gepaste muziek. De grote kaars wordt voor de deur van de slaapkamer in de hoek gezet. Wij betonen daarmee de laatste eer aan haar die hier net de laatste adem heeft uitgeblazen. Ook bij de voordeur wordt een grote kaars in een lantaren ontstoken, zodat iedereen die de hospice betreedt, weet dat één van onze bewoners is heengegaan.
Terwijl de kaarsen bij de deuren hun licht verspreiden, wordt in de kamer in de hoek door de familie onder leiding van onze coördinator de laatste verzorging gegeven. Soms doet een familie dit liever niet en mogen wij daarbij assisteren. Wij geven de familie tijd om in alle rust samen te zijn rond de baar van hun geliefde. Later zal de begrafenisondernemer komen om de overledene mee te nemen. We hebben een prachtig kleed dat wij, als de familie dit goed vindt, over de kist leggen. Alle aanwezige vrijwilligers, het verplegend personeel en de coördinator zullen de overledene uitgeleide doen en een haag met kaarsen vormen bij de voordeur. Stapvoets zal de rouwauto de Meesterstraat uitrijden naar de laatste bestemming van onze overleden bewoner.
In een andere kamer staat naast een ongebruikt bed, een leren bank. Deze bank is opgehaald uit het woonhuis van een van onze bewoonsters. Zij kan al zes maanden niet meer slapen in een bed en zit het liefst in de woonkamer of op deze bank, samen met haar Minnie Mouse-knuffel. Het jurkje van Minnie Mouse wordt getoond, handen raken elkaar, een liefdevolle aai over de wang van deze schat. Ondertussen komt de laatste shift van de dag binnen. De kaars brandt bij de voordeur. Achter de deur, een plek waar alleen maar liefde is.
Om het hospice draaiende te kunnen houden is men altijd op zoek naar donateurs en vrijwilligers die met liefde en toewijding een bijdrage willen leveren. Wil jij ook bijdragen als vrijwilliger of als donateur? Wees welkom.