aan het woord
De barricades opgaan of chillen op de bank?
Te lui om te 'strijden' voor gelijkwaardigheid
Smeken om gelijk loon, zwangerschapsdiscriminatie, seksistische opmerkingen naar je hoofd geslingerd krijgen… Dit is een kleine greep van dingen waar wij als vrouw ongevraagd mee moeten dealen. Helaas is het nog steeds zo dat de kansen voor vrouwen niet gelijk staan aan die voor mannen en dat is kak… Maar wat ik er als vrouw actief aan doe?
Precies niks om eerlijk te zijn en ik wil uitzoeken waarom.
Ik begin mijn onderzoek door te kijken naar de geschiedenis van gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. En dat is best confronterend. Wisten jullie namelijk dat er in 1970 nog geen vrouwentoiletten waren? Vrouwen konden niet naar alle opleidingen en moesten stoppen met werken als ze bevallen waren van hun kind. Yo, ze konden niet eens geld uitgeven als hun man geen toestemming gaf. En dit is nog geen 50 (!) jaar geleden.
Ik kom op een pagina over de Dolle Mina’s, een linkse, radicaal feministische actiegroep, ontstaan in december 1969. De actiegroep wist met grote publieksacties de aandacht van media en politiek te trekken voor de emancipatie van vrouwen. Zoals korsetten en bh’s in de fik steken, het van bezetten het kasteel Nijenrode (het opleidingsinstituut voor managers, als protest tegen het feit dat er geen vrouwen werden toegelaten op deze opleiding.) Mannentoiletten afzetten met roze linten, als protest tegen het gebrek aan openbare damestoiletten. En ga zo maar door.
Nu zijn er, gelukkig, door deze acties veel opgenomen in onze wetgeving: Ik hoef nu niet een bosje in te rennen als ik moet zeiken. Erg fijn wel, maar is het hiermee gedaan?
Ik voel zelf als vrouw namelijk niet de behoefte om de barricade op te gaan. Ik ben namelijk *kucht* best wel lui. Het weekend is bij mij al best schaars en na een drukke werkweek zit ik liever op de bank met een kop thee Tussen Kunst en Kitsch te kijken. Terwijl ik stiekem wel weet dat er nog veel te behalen valt op gelijkwaardigheid. Waarom is dat?
Het leek mij een goed idee om iemand in te schakelen die hier meer verstand van heeft. Marloes Huijsen is directeur van Bureau Gelijke Behandeling Flevoland. Ze werkt hier bijna tien jaar. Ze is ooit begonnen als onderzoeker en voorlichter, en dan met name op het LHBTI en emancipatie en acceptatie.
Als stichting houden ze zich bezig met klachtbehandeling. Mensen kunnen hun discriminatie-ervaring bij hen melden. Ook doen ze veel onderzoek, omdat niet alles wordt gemeld. Dus gaan ze er ook zelf op uit, spreken mensen en halen ervaringen op. Zo krijgen ze een vollediger beeld en breder perspectief op wat er gaande is in de provincie. En aan de andere kant is er ook een preventieve tak. Ze geven voorlichtingen, workshops, trainingen, gastlessen en dialoogsessies.
We ontmoeten elkaar in een koffietentje in Almere. Marloes opent ons gesprek met: ‘Oké dus jij zegt, ik voel me wel feministisch maar ik ben wel lui. Hoe merk je dat?’ Ik begin te vertellen dat ik me best kan opwinden over onrecht in een discussie. Ik heb zelf bij een bedrijf gewerkt waar ik erachter kwam dat ik minder verdiende dan een man met dezelfde functie. Maar ja, er echt daadwerkelijk wat van zeggen, dat deed ik niet. En dat vind ik toch heel jammer van mezelf.
‘Is het luiheid?’, vraagt Marloes. ‘Ik denk niet dat het luiheid is. Ik denk dat alle grote dingen zoals het vrouwenkiesrecht, het feit dat je je baan moest opzeggen als je een baby, vrouwenkiesrecht en de abortuswet hele grote en zichtbare dingen zijn in je leven. De slogan van de Dolle Mina’s ‘Baas in eigen buik’ is heel duidelijk. Daarvoor ga je de straat op. Het werd hierdoor op de agenda aangekaart en nu hebben we een abortuswet.
Ik hoor vaak bij jonge vrouwen als het gaat om emancipatie en acceptatie: ‘Maar we zijn er toch al?’ Dat komt omdat de rechten er zijn, maar de praktijk blijft achter. Dat is veel minder tastbaar en voor heel veel mensen ook minder voelbaar. We zitten nu eigenlijk in een soort tussenfase. Ons recht is gehaald, maar in de praktijk komt het vaak niet tot uiting. Dit komt door eeuwenlange indoctrinatie, maar het ligt ook aan de manier waarop je opgroeit en hoe je wordt opgevoed. Alle beelden die je onder andere via de media meekrijgt zijn nog steeds onderdeel van onze denkwijze. Maar ook de manier waarop we naar het leven en naar onszelf kijken.’
Ze vertelt dat ze een tijdje geleden op een informatiemarkt was en het had over zwangerschapsdiscriminatie. Ze discussieerden over de stelling: Een vrouw heeft een baan, maar haar contract wordt niet verlengd omdat ze zwanger is.
‘Ik was met een aantal jonge meiden in gesprek die vonden dat deze stelling geen discriminatie was. Ze kwamen met het argument dat het ook lastig is als een vrouw zwanger is, want dan kan ze simpelweg haar werk niet uitvoeren. Dus eigenlijk zeiden ze: ‘Als wij zwanger zijn, zijn wij een last voor de werkgever en voor de samenleving. Dit is onze keuze en moeten wij oplossen.’ Dat is eigenlijk bizar. Meestal zijn er twee mensen betrokken bij een zwangerschap. Mannen zouden er net zoveel ‘last’ van moeten ondervinden als vrouwen. Het is niet zo dat omdat je een baarmoeder hebt, de zwangerschap nu volledig jouw ‘probleem’ is. Het is toch een verantwoordelijkheid en ‘last’ van de hele samenleving? We houden een populatie in stand. ‘Want als niemand meer zwanger wil worden, hebben we echt een probleem.’
Ik vraag aan Marloes hoe zij dit anders zou willen zien: ‘Het beeld wat we hebben, wat betekent het om man of vrouw te zijn en hoe de taken worden verdeeld en de genderrollen die erbij horen, daar zou ik wel meer gelijkheid in willen zien. Het zit hem ook vooral in de kleine dingen als vacatureteksten bijvoorbeeld. Er worden nog steeds telefonistes of tandartsassistentes gevraagd. En dan kan jij je afvragen: Waar maak je je druk om? Maar op deze manier houd je wel een beeld in stand. Het blijkt zelfs zo dat als er in een bepaald beroep meer vrouwen gaan werken, het salaris afneemt.’
Ik vertel dat het eerste wat er in mij opkwam met het loonverschil dat ik verkeerd onderhandeld zou kunnen hebben. Marloes vertelt: ‘‘Dit is een verhaal dat je al heel lang wordt verteld. Als je kijkt naar de discussie rond gelijke lonen, komt daar heel veel bij kijken. Vrouwen horen stil, lief, rustig en onderdanig te zijn. Het gevolg kan zijn dat je dan niet goed bent in onderhandelen, want dat heb je ook nooit geleerd om te doen. Vervolgens wordt dat je aangerekend. Maar als jij ‘mannelijke’ eigenschappen laat zien, zoals voor jezelf opkomen, of uitkomen voor je behoeftes en wensen, dan ben je opeens een haai en een bitch. Dus ook als een vrouw wel zou weten te onderhandelen, zou ze daar op afgerekend kunnen worden omdat het niet past bij het beeld wat we hebben. Ook dit is wat subtieler en onzichtbaarder. Dit is dan jouw frustratie en dat is heel persoonlijk. Want als jij als vrouw dit niet meemaakt en je bent toevallig wel goed ingeschaald, ga je dan de straat op om dat voor de algemene vrouw te bevechten?’
Ik vraag of activisme daarom nog nodig is. Marloes vertelt verder: ‘Als je het hebt over activisme, is het dan goed om dingen op de agenda te zetten? En te laten zien: We zijn er nog niet? Zeker! Maar je moet het ook juist hebben van het dagelijks feminisme. Als iemand op werk een vervelende opmerking maakt, iets seksistisch bijvoorbeeld, maak daar werk van! Laat het niet over je heen komen als: Goh, het hoort erbij. Hetzelfde als je ongelijk loon krijgt. Zorg ervoor dat je erachter komt of dat zo is en accepteer dat niet zomaar. Ik denk dat we met zijn allen een andere vorm van strijden moeten aannemen. Zo hoef je niet per se op de barricade te staan.’ Ik grap dat dat fijn is en ik van mijn vrije zondag kan genieten. ‘Precies! Haha! Dagelijks opkomen voor jezelf en voor de ander, dat gaat uiteindelijk het grote verschil maken. Maar op de barricade staan is nog steeds heel belangrijk. In die zin, je zet hiermee dingen op de agenda. En daarmee kan je de thema’s als gelijke lonen en rondom zwangerschap het wel op de kaart zetten. Maar met name om er aandacht voor te vragen. Want het gevoel heerst er nog wel: We zijn er toch al?’
Ik vertel Marloes dat ik misschien wel zei dat ik verkeerd had onderhandeld zodat ik de druk bij mezelf kon wegnemen. Op deze manier is het mijn eigen schuld en daarom hoef ik niet meer te zeggen dat ik recht heb op een gelijkwaardig loon. Want dat is namelijk best eng.
‘Misschien is het enger omdat daar vaak niet leuk op wordt gereageerd. Dit is iets waar je dan geen controle over hebt. We zien onszelf graag niet als slachtoffer. En als je je wel gaat beroepen op het feit dat je je gediscrimineerd voelt kan je opmerkingen krijgen als: ‘Je trekt de discriminatie kaart. Je bent weer de boze vrouw, je zal wel weer last van hormonen hebben.’ En dan wil je niet, zo wil je niet gezien worden.Het interessante is dat als we allemaal iets strijdbaarder zouden zijn we niet meer ‘die ene’ zijn die er een probleem van maakt. Dan ben je met een hele groep die zegt: dit is een ongelijke behandeling.’
We hebben ook een mechanisme om onszelf te beschermen tegen het onbekende of onoverkomelijke. Je legt dan de schuld bij jezelf of het slachtoffer neer. Alsof als je geen strak rokje naar je kantoor had aangedaan, je niet op je billen was geslagen of avances had gekregen. Ik weet zeker dat als ik alleen laat op straat loop en er iets gebeurt, dat iemand zou zeggen: ‘Ja maar waarom was je daar? Dit hoor je vaak ook in het bedrijfsleven. O, die vrouw is hogerop? Nou die zou wel haar baas hebben… Alsof dat sowieso niet op eigen kracht is gegaan. We moeten elkaar opliften in plaats van naar beneden praten.
Ik vraag Marloes wat ze nog zou willen meegeven aan de luie vrouw zoals ik. ‘Maak je wat meer druk en boos om die subtiele discriminatie. Ik vind het bizar en jammer als ik die meiden hoor zeggen: ‘Maar dat is toch ons probleem?’ Laten we ons minder neerleggen bij de status quo. Maar het is ook heel belangrijk om de moeilijke en lastige vragen aan jezelf te stellen.’
Ik ben door dit gesprek gerustgesteld, maar ook gemotiveerd. Gerustgesteld omdat ik mijn middagje Tussen Kunst en Kitsch niet hoef af te blazen. En gemotiveerd omdat het dus daadwerkelijk gaat helpen als ik in mijn dagelijks leven alerter ga handelen op het gebied van discriminatie. Wel jammer dat ik geen directe aanleiding heb om een korset in de fik kan steken, maar wellicht komt dat ooit nog. Twijfel jij of je gelijk behandeld wordt? Op grond van je bijvoorbeeld je geslacht, leeftijd, herkomst, handicap of seksuele geaardheid?Je kunt een melding maken via: https://bureaugelijkebehandeling.nl/discriminatie/