aan het woord

Een ander helpen alsof het je dierbare is

Negen uur lang en 10.700 meter boven aarde

Het leek een Hollywoodfilm. Een film waarin een Afro-Amerikaanse vrouw alleen op reis is naar haar moeder in Sierra Leone. Ze is zwanger. Plots wordt ze onwel in het vliegtuig van Toronto naar Amsterdam. De stewardessen adviseren haar te gaan liggen op de grond. Een jonge doktersassistente staat op en biedt medische hulp. Ze hebben een laatste kans om te landen, want anders zijn ze twee uur lang boven de Atlantische Oceaan, waar het landen en het redden van twee levens zo goed als onmogelijk is. Waar gaan ze voor? Landen of twee uur lang doorvliegen totdat ze weer boven land zijn?

Terwijl ik probeer te genieten van een film hoor ik opeens een melding: “Is er een dokter aan boord? Meld u dan onmiddellijk bij een van de stewardessen.” Met een grimas op het gezicht probeert het cabinepersoneel de angst te verbergen: geen idee hoe ze een zwangere met complicatie moeten helpen. Wat zou jij doen in zo’n situatie? Lekker blijven zitten en genieten van je film of opstaan en te hulp schieten?

Voor mij was het overduidelijk: ik voelde het als mijn verplichting om op te staan en elke seconde die ik bleef zitten ter ontspanning voelde ik me een klein beetje meer schuldig. Dus ik besloot me te melden bij een van de stewardessen. Met een minachtende blik, stemverheffing en een paar handgebaren werd mij duidelijk gemaakt dat ik onmiddellijk terug naar mijn zitplaats moest. “Please go back to your seat now!”

Mijn vaardigheden werden onderschat door mijn uiterlijk. Een jong meisje met een hijab kon toch zeker geen medische hulp bieden? “Ik ben een doktersassistente”, antwoordde ik in het Nederlands. En voilà! Opeens was ik hun redder in nood en binnen no time het centrale punt van informatie.

Please go back to your seat now!

Negen uur lang en 10.700 meter boven aarde – zonder de juiste medicatie en instrumenten – waren de moeder in spe en ik aan het strijden tussen leven en dood; machteloosheid overviel me keer op keer. Haar gezondheid ging met de minuut achteruit en iedereen had zijn hoop en vertrouwen op mij gevestigd.

Ik was verantwoordelijk voor het redden van het leven van een kind en een moeder maar ook voor de veiligheid en rust van alle passagiers en die van mijn eigen moeder die ook in het vliegtuig zat. Ineens was ik het aanspreekpunt en moest keuzes maken over een goede en veilige afloop van de reis. Stewardessen en de copiloot stonden om me heen en waren aan het wachten op mijn oordeel. Ik zei: “landen.” Maar helaas had het grondpersoneel in Amsterdam toch het laatste woord Ze besloten om ons door te laten vliegen.  

En toen was er dat moment boven de Atlantische oceaan – het moment waarop ik wist dat het kindje het niet zou overleven. De vrouw had veel bloedverlies en verging van de pijn. Ik was emotioneel uitgeput en wist even niet meer hoe ik het slechte nieuws aan de moeder moest mededelen. Voordat ik dat kon doen, had ze het zelf al door: haar baby bewoog niet meer.

De vrouw had veel bloedverlies en verging van de pijn

Een uur voordat we landden begon de bloeddruk van de moeder drastisch te dalen. Ik hield mijn tranen in en moedigde haar aan om nog even door te zetten, want hoop doet leven. Zonder haar ooit te hebben gekend, zonder haar ooit te hebben ontmoet, voelde ze toch als mijn eigen zus. Mijn dierbare die ik moest verlossen van al het leed. Ik had verdriet alsof ik mijn eigen neefje had verloren. Allerlei emoties en gedachtes gingen door me heen, maar ik besloot om nog een poging te doen om alles uit mezelf te halen. Om er alles aan te doen om het leven van een zus, een dochter of een moeder te redden. Ik kan nog steeds niet geloven hoe ik dat heb volgehouden: ik had mijn hoop verloren, maar mijn vertrouwen in God hield me staande.

Ik geloof dat alles een reden heeft en dat elk persoon zijn rechten en plichten heeft, ook als een totaal onbekende je hulp nodig heeft. Ik denk dat het geen toeval is dat ik op dat moment in het vliegtuig aanwezig was: boven alles is een superieure energie die het allemaal zo heeft laten lopen.

Baqia Mahboob’s archief

Dit Hollywoodverhaal had geen happy end en zelfs geen scène waarin ik terugkeer naar de vrouw en zie dat ze het helemaal goed maakt. En dat is ook niet nodig. De mens is van nature zo ingesteld, dat als iemand in nood verkeert, een ander zich solidair voelt en komt helpen. Het is het recht van diegene om geholpen te worden en de plicht van de ander om te helpen – uiteraard wanneer dat haalbaar is.

Ik ben benieuwd: zou jij een onbekende helpen die in nood verkeert, als ware het je dierbare?