aan het woord

Een hand op je schouder

Iedereen herinnert zich René Kempenaar

Een boegbeeld. Een voorvechter. Een motivator. Een tweede vader. Iemand die niet alleen het talent van rappers zoals Ali B., DRT en Raymzter ontdekte, maar die alle jongeren aanspoorde om zichzelf te ontplooien in plaats van op straat te hangen. ‘Hey, wat moet dat?’ klonk het dan, gevolgd door een hand op je schouder en een luisterend oor.

Wie vraagt naar meest bekende jongerenwerker die de stad ooit gekend heeft, komt met talloze verhalen thuis, allemaal even lovend. Want de jongerenwerker in hart een nieren heeft niet alleen een stroom aan jongerenprojecten gerealiseerd, hij heeft ook de levens van zoveel jongeren een positieve draai gegeven. In 2007 overleed René Kempenaar onverwachts tijdens een werkbezoek aan de Tweede Kamer in Den Haag, maar het gemis is nog onverminderd groot. Want als er een man is die de taal van de straat sprak, luisterde naar de jeugd en die zich voor hen inzette, of beter gezegd: voor hen leefde, dan was het René.

(c) Lisa Zilver voor Avanti

‘Alle the Barber’, kapper

‘Ik was zo’n jonge gozer die het allemaal niets kon schelen. Vandaag vechten, morgen vechten, overmorgen vechten… strontvervelend was ik. Als jongeren door volwassenen worden aangesproken op hun vervelende gedrag pakt dat negen van de tien keer negatief uit. Bij René niet. Hij vroeg me wat ik leuk vond om te doen. Muziek maken, zei ik toen, en hij spoorde me aan daar meer mee te doen.

René heeft een keer tegen me geschreeuwd en ik zweer je: alles ging rechtop staan. Als hij je aansprak, zei je niks, maar stond je stil en luisterde naar hem. Daarna ging je naar huis om na te denken over je leven, en de volgende dag bood je je excuses aan. Niet dat René dat wilde, hoor, want dan zei hij het volgende: ‘Ik wil geen excuses, ik ben gewoon blij dat de boodschap is aangekomen.’

René wilde dat ik meer uit het leven haalde, en juist daardoor wilde ik hem ook trots maken. Als hij er niet was geweest, had ik vast andere ‘bezigheden’ gehad. Hij was als een tweede vader voor me.

Jongeren kwamen speciaal voor hem naar jongerencentrum Totum. Hij luisterde écht naar je, was niet betweterig en behandelde iedereen gelijk. Dat maakte hem anders dan andere jongerenwerkers. Eerst jouw verhaal, en dan dat pas van hem. Iedereen had respect voor hem. Ik kan me nog goed herinneren dat twee groepjes van in totaal 25 jongeren op de vuist raakten. René ging er middenin staan, en toen was het gevecht voorbij. Die macht had hij.

Ik heb gehuild toen ik hoorde dat hij was overleden. Hij heeft zoveel voor de jeugd betekend. Wat hij allemaal deed? Wat deed hij niet! René betaalde nog net niet je eten of je huur…’

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Gilbert Capricorne - Smash&Aries, dj

‘Ik leerde René kennen in jongerencentrum Totum. Eerst draaide ik er hardcore en daarna ben ik samen met Ali B, DRT en Mijezz een rapgroep begonnen. René had er samen met Raymzter een freestyle avond opgezet zodat de jeugd de kans kreeg zich te ontplooien. We hebben in een periode van ongeveer vijf jaar twee cd’s kunnen maken, dat allemaal door de inzet van René.

Ik schrok enorm toen ik hoorde van zijn overlijden. Zonder hem zou er een enorme kloof tussen de jeugd en de gemeente komen, dacht ik direct. Voor dat hij er was, heeft de gemeente bar weinig voor de jeugd gedaan. Nooit vroegen ze naar hun behoeftes. In plaats daarvan gooiden ze van alles tegen de muur en zagen ze wel wat er bleef plakken. René was zo’n persoon die dan ging schuren: ‘Ik weet niet wat jullie doen, maar dit is niet wat de jongeren vragen.’ Ik weet nog dat we met René de raadszaal binnenliepen om duidelijk te maken wat de jeugd in Almere nodig had, en dat er ook echt geluisterd werd. Dat kreeg hij voor elkaar.

Voor ons was hij een initiatiefnemer, een voorvechter voor de jongeren in Almere. René zag in dat Almere meer was dan een dorp, dat er heel veel talent was, en hij maakte zich hard voor dat talent. Een echte motivator, iemand die luisterde naar wat wij zeiden – in plaats van denken te weten wat de jeugd wil – en die altijd samen met ons was. René wist wat er speelde op straat, dat maakte hem een bereikbaar aanspreekpunt. Hij wist bovendien alle doelgroepen bij elkaar te brengen: skaters, rockers, rappers, graffitti artists, jongeren die iets deden met dance, en noem maar op.

Het skatepark dat er nu is, wordt gezien als een groot succes, maar ik zie het niet zo. De plannen begonnen onder René, toen ik 23 was, en nu ben ik 40. René kwam te overlijden en kijk hoeveel jaren later het er pas staat: het had er allang moeten zijn. Het jongerencentrum werd omgetoverd tot een poppodium, maar er werd amper wat mee gedaan. Als iemand die op elk belangrijk podium heeft gestaan in Nederland, en hart heeft voor Almere, zie ik veel meer mogelijkheden.

Dat was precies wat René deed: hij stimuleerde mensen en creëerde mogelijkheden. Hij heeft zoveel gedaan voor de jeugd dat het moeilijk is om op te noemen wat allemaal. Mede dankzij René (en mijn grootmoeder, die mij altijd heeft gepusht mijn passies te volgen) ben ik zo ver gekomen. Het is al jaren geleden dat hij is overleden, maar het gemis is nog steeds ontzettend groot.’

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Stanley Kempenaar, coach, radiomaker, kapper en neef van René

‘Na de Bijlmerramp kwam ik als tienjarig jongetje in Almere te wonen en leerde ik René kennen in het jongerencentrum. Samen met wat jongens uit de buurt hebben we een muziekband opgezet: I lob so. René nam ons onder zijn hoede, hij regelde optredens door het hele land en we mochten repeteren in Totem. Zo was René. Hij deed alles voor de jeugd, en niet slechts een paar uur per dag, maar 24 uur. Dan stond hij tussen ons op straat, dan weer in Totum of in Almere Buiten of Stedenwijk. Hij vocht constant. De ene keer voor een skatebaan dan weer voor een oefenruimte.

Dit deed hij om ons, de jeugd, bezig te houden, want de criminaliteit was in die tijd veel hoger. ‘Oh, kan jij niet voetballen? Dan ga ik ervoor zorgen dat je dat binnenkort wel kan’. René zag in dat wij niet vervelend waren door ons karakter, maar omdat we ons verveelden.

Hij heeft veel jongens van de straat afgehouden en geïnspireerd, van rappers tot aan bekende kickbokstrainers. Mensen tegen wie de jeugd opkijkt laten nog vaak zijn naam vallen. Ali B. bijvoorbeeld, hij was ook gewoon een jongen van de straat. Mijn oom wees hem de juiste weg, hielp mee met het realiseren van diens eerste clip (opgenomen in Stedenwijk), en mede dankzij hem is hij zo ver gekomen als artiest. Op René’s begrafenis ging Ali kapot van verdriet, toch heeft hij een indrukwekkende speech gegeven.

René heeft mij en mijn broer aangespoord om in zijn voetsporen te treden. Dat proberen we nu ook. Op zondag trainen we jonge voetballers. We begonnen met onze eigen kinderen maar de groep is inmiddels uitgegroeid tot veertig jongeren. Als ik op het veld sta en die kids train, denk ik altijd aan René. Soms voelt het net alsof hij tegen me praat. Mijn plan is om een crossfitschool op te zetten voor de jeugd, ze dát stukje geven wat ze nodig hebben om de top te bereiken. Zolang ik leef, zal ik me inzetten voor de jeugd, net zoals René deed.’

(c) Lisa Zilver

Romeo Lobo, jongerenwerker

‘René was een jongerenwerker in hart en nieren. Hij kende de taal van de straat, stond pal achter de jongeren en hielp ze waar en wanneer hij kon. Hij veroordeelde ze niet, maar bood een luisterend oor en kwam met praktische oplossingen. Dat maakte hem geliefd. René was een bruggenbouwer, iemand op de werkvloer die mensen op beleidsniveau wist te overtuigen. Dan liep hij het stadhuis binnen, sprak hij met de hoge piefen en legde ze dan uit hoe het moest. De jongeren nam hij mee, zodat zij zelf hun verhaal konden doen en de burgemeester en wethouders een goed beeld kregen van hun belevingswereld en behoeftes.

Ik leerde René veertien jaar geleden kennen in Totum, toen hij lesgaf in de Aziatische vechtsport Pencak Silat. Vanwege deze achtergrond heeft hij ook sportprojecten opgezet voor de jeugd, zoals voor jongeren die met drank- en drugsgebruik kampten. Door middel van sport bracht hij ze terug het zadel in. René was een ruwe bolster en knuffelbeer ineen, en een vaderfiguur voor velen. Als bepaalde jongens op straat liepen te klieren, riep hij: ‘Hey, wat moet dat?’ en dan pakte hij ze vast bij hun sleutelbeen. Een soort knuffel, maar dan wel met een kneepje in die ene pijnlijke spier. Geleerd bij Pencak Silat.

Ik denk nog dagelijks aan René, omdat ik als jongerenwerker letterlijk in zijn voetsporen ben getreden. Hij is zeker een voorbeeld, maar ik ben wel altijd mezelf gebleven. Nooit heb ik geprobeerd om René te vervangen of te overtreffen – dat is een moeilijke zaak hier in Almere. Ieder jaar houden we het Kempenaar Festival, een talentenjacht waar jongeren die rappen, zingen, dansen en instrumenten bespelen hun talent kunnen tonen voor een jury. De winnaar mag optreden tijdens het Bevrijdingsfestival. René was en ís een begrip, een boegbeeld. Veel mensen missen hem. Op deze manier houden we zijn naam levend.’

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Patrick Mezas, kunstenaar en horecaondernemer

‘Na zijn overlijden werd ik benaderd door een fotografe: waarom maak je geen beeldhouwwerk van René? De gemeente zocht een kunstenaar voor dit project, zei ze, en zodoende maakte ik een study (proefbeeld). René kende ik niet persoonlijk, maar tijdens het maken van het beeld leerde ik hem kennen. Grote jongens stonden te snikken toen ze het beeld zagen, en al snel kwamen de verhalen. Het was René die hun leven op het juiste spoor had gebracht. Een jonge vrouw vertelde me dat René haar op een dag op straat zag rondhangen. ‘Kom eens hier!’ riep hij. ‘Waarom hang je zo op straat?’ Vervolgens gaf hij haar een paar honderd euro om een creatief project mee uit te voeren, en inmiddels heeft ze haar eigen bedrijf. Hij heeft heel veel mensen geraakt.

Het echte beeld is er nooit gekomen. De gemeente koos namelijk voor een plakkaat in het skatepark, en niet voor een standbeeld. Het proefbeeld heeft nog een tijdje bij de weduwe van Kempenaar in huis gestaan, maar zij vond het te levensecht. Daarom staat het nu in Café op 2. Er komen nog vaak mensen naar me toe die hem direct herkennen. Ergens hoop ik dat de gemeente alsnog voor een beeld kiest, juist omdat ik nu al die verhalen over René heb gehoord. Die man verdient een standbeeld.’

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Toevoeging van Romeo Lobo:

‘De gemeente heeft besloten een herinneringsplakkaat op de skatebaan te plaatsen ter nagedachtenis aan René. Maar dat was niet de behoefte die de jeugd van Almere uitsprak tegen de gemeente. De jongeren wilden juist een standbeeld: René, zittend op een bankje, met één arm gestrekt op de reling, zodat het net lijkt alsof hij een arm om je heen slaat. Helaas is dat er niet van gekomen.’