aan het woord
Geen ontsnappen aan?
Het is vrijdagavond en ik wil mijzelf vergeten. Weg van de werkelijkheid, ondergedompeld worden in het weekend. Met mijzelf houd ik het overigens nog maar net uit, maar deze anderhalvemetersamenleving waarin veel moet maar weinig kan past geheel niet bij mij. Dus probeer ik de afstand tot mezelf en de samenleving te vergroten door het kijken van een jeugdfilm. Een uit de tijd dat ik zelf ook nog tot de jeugd behoorde.
In dit geval The Neverending Story (1984, naar het gelijknamige boek). En meteen voel ik de bekende aantrekkingskracht van het onwerkelijke.Terwijl ik de jeugdige held Atreyu door een met kristallen bezaaid berglandschap zie haasten op zijn trouwe ros Artax, valt mij op dat mijn eigen regenachtige buitenwereld er inderdaad wat onaantrekkelijk bij afsteekt. Ondanks dat de wereld Fantasia op het punt staat om totaal in een apocalyptische vergetelheid te verdwijnen zou ik toch even wensen dat ik daar en niet in dit huidige tijdsgewricht leef. Die setting heeft duidelijke vijanden (de Gmork, ‘The Nothing’ en de pestkoppen op school), een sprookjesachtig verleden en onkreukbare helden. Hier moet ik het doen met winkelstraten bezaaid met looplijnen en wachtvakken, een verleden vol zwarte bladzijden en helden aan het roer die op dagelijkse basis hun menselijkheid vooral in hun falen laten zien.
In die zin is het niet gek dat nu zoveel mensen zich verliezen in fantasieën. Fantasieën zoals die van verschillende boeken, films en games. Maar ook minder onschuldige fantasieën, zoals diverse complottheorieën. Theorieën zonder duidelijke basis in de werkelijkheid, maar waarbij mensen wel rust kunnen vinden in een geromantiseerd verleden, met helden die immuun zijn voor kritiek (‘ik kan me deze uitspraak niet herinneren’) en vooral heldere vijanden (van politici tot hele etnische bevolkingsgroepen). Wanneer ik het nieuws lees neem ik mij dagelijks voor om zelf wel met beide benen in de realiteit te blijven, om dan zelf ’s avonds toch weer af te dalen in een verbeelding waarin ik me even ruimteridder, vrijheidsstrijder of tovenaarsleerling voel. Ben ik dan hypocriet?
Escapisme, jezelf verliezen in een fictief universum, om zo te ontsnappen aan de werkelijkheid, dreigt een slechte naam te krijgen. Niet alleen vanwege mensen die verloren zijn geraakt in de socialmediafuik van samenzweringsporno; die een alternatieve verklaring voor de werkelijkheid geeft. Maar ook door mensen de werkelijkheid helemaal links laten liggen en zich nog slechts lijken te interesseren in de werelden die passen bij de populaire ‘geekculture’. De kleur van de linkervoet van een personage uit The Mandalorian lijkt de toekomst van de Star Wars-franchise te kunnen voorspellen en zal daarmee onze jeugd kunnen redden of voorgoed verpesten. Maar doet dit er werkelijk toe? De obsessieve houding van fans ten opzichte van hun favoriete fictiemerken gaat vaak slechts over het geslacht en huidskleur van populaire personages. Lijken de personages op ons of juist op de ander? Verhaal, thematiek en verdere inhoud zijn secundair aan de dogma van het origineel. Omwille van een soort zuiverheidszucht mogen de ficties niet veranderen en wordt daarmee genegeerd dat de wereld waarin we ze lezen, kijken en spelen allang is veranderd. Zolang de verhalen maar hetzelfde blijven hoeven wij ook niet over de rest van de wereld na te denken. Is dit escapisme het mechanisme om te vluchten uit een wereld die we niet meer voor waar aan willen nemen? Hebben we hierdoor geen gedeelde feiten meer, maar slechts met elkaar concurrerende fantasieën? Zijn we allemaal ofwel paranoïde geworden door ‘alternatieve feiten’, ofwel murw geslagen met oppervlakkig vermaak? Is de fictie onze ondergang aan het worden?
Ik denk het niet. Wanneer ik voor het tweehonderdste uur ronddwaal in de eenzame wildernis van het spel ‘Horizon: Zero Dawn’ (Nederlands grootste mediaproductie ooit) ervaar ik dat ik het oké vind om even nergens bij te horen. Wanneer ik ‘Back to the Future’ even op pauze zet om wat te drinken te pakken denk ik kort na over welke keuzes ik ooit maakte waardoor ik nu ben waar ik ben. Wanneer de helikopter eindelijk Isla Nublar verlaat en de aftiteling van Jurassic Park begint te lopen vraag ik me af of ik ook teveel geloof in de maakbaarheid van het leven. En wanneer ik Atreyu hartverscheurend zie huilen, samen met zijn meelezer Bastian en zijn meekijker Bram, om het verdrinken van het paard Artax, vraag ik mij af of ik zelf wel vaak genoeg de tijd heb genomen om te rouwen om dingen die niet terugkomen. In een van de laatste scènes van The Neverending Story vertelt de angstaanjagende monsterwolf Gmork dat hij ‘The Nothing’ vooral dient omdat die duisternis nu eenmaal de winnaar zal zijn. Hij wil dat mensen hun hoop in de toekomst verliezen, omdat ze dan makkelijker onder controle te houden zijn. En controle is wat hij wil, al wordt het iedereens noodlottig eind, inclusief het zijne. Daarna zet ik het nieuws aan en denk de wereld die daar beschreven wordt toch weer iets beter te begrijpen.
Het escapisme is niet altijd een afleiding van de werkelijkheid. Goede fictie, van boeken en films tot
games, zijn juist zo fantastisch omdat we de realiteit en onze gedachten hierover erin herkennen. Het
geeft ons ruimte om onze dagelijkse rituelen en vooroordelen even los te laten en in contact te
komen met onszelf. De fantasie, het gedachte-experiment, is ons grootste goed, mits we bereid zijn
terug te keren naar het echte leven.
Het confronteert ons met onszelf en daar is geen ontsnappen aan.
Bram Koedam (Bram@InDeSpeelhal.nl) is schrijver, scenarist en spelontwerper. Hij ontwerpt onder
andere interactieve films en escaperooms, samen met Sky High Escaperoom. Daarnaast is hij
podcaster, samen met regisseur Leon Jackson, bij onze favoriete podcast Moviegelul met Vrienden.