aan het woord

Ik heb van haar geleerd zichtbaar te zijn

Wethouder René Peeters over de belangrijkste vrouw in zijn leven

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Wethouder René Peeters neemt ons mee naar zijn jeugd en vertelt over de invloed die zijn moeder heeft gehad op zijn leven. Hij deelt de mooiste herinnering die hij aan haar heeft en blikt terug op uitspraken die hij van haar heeft overgenomen bij het opvoeden van zijn eigen kinderen. Zij heeft hem de rijkste jeugd gegeven die hij zich kon wensen.

Het vijfde wiel aan de wagen

Mijn moeder was de jongste van vijf kinderen, die na het overlijden van hun moeder allemaal ergens anders gingen wonen. Bij de tante waar mijn moeder opgroeide, was zij het vijfde wiel aan de wagen. Dit zorgde ervoor dat zij een ongelofelijk onzekere vrouw is geworden, een vrouw die altijd een beetje op de achtergrond bleef. Ze hield helemaal niet van handwerken, maar was heel goed in rekenen en taal. Toen ze op school een keer pannenlappen moest haken, heeft ze dit door een klasgenoot laten doen: in ruil daarvoor zorgde mijn moeder ervoor dat deze klasgenoot een hoog cijfer haalde met rekenen. Ondanks haar intelligentie is ze heel bescheiden en onzeker gebleven en wilde zij niemand tot last zijn. Ik kan niet anders zeggen dan dat mijn moeder, door de situatie waarin zij opgroeide, beschadigd uit haar jeugd is gekomen.

Belang van een goede jeugd

Dat mijn moeder mijn vader heeft ontmoet was echt haar redding. Het was een mooi voorbeeld van twee mensen die elkaar door het leven heen vasthielden, van die hechte band heb ik veel geleerd. Naarmate ik ouder werd, ben ik gaan beseffen hoe belangrijk het is om een goede jeugd te hebben. Ik ben een voorbeeld van iemand die niet bepaald rijk is opgevoed, maar toch een enorm weldadige jeugd heeft gehad. Mijn broer, mijn twee zussen en ik hebben een jeugd gehad die rijk was aan aandacht, liefde en boeken. Op tienjarige leeftijd wist ik al wie schrijver en dichter Willem Elsschot was; mijn moeder en ik hielden allebei erg van gedichten en hadden het daar vaak over met elkaar.

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Van jongs af aan wist ik dat ik leerkracht wilde worden. Dit heeft met de geschiedenis van mijn moeder te maken en de invloed die dit had op mijn jeugd. Ik wilde het goed doen voor de kinderen. Zelf ben ik ook altijd een beetje speels gebleven en vond het enorm geinig om – ook toen ik al leerkracht was – met de kinderen mee te doen op de speelplaats of tijdens een schoolkamp geintjes uit te halen in de klas. Op een natuurlijke manier kon ik het altijd heel erg goed vinden met kinderen en dat is zo gebleven. Ik ben ervan overtuigd dat mijn moeder daar bepalend voor is geweest.

Stil zijn voor de buren

Tijdens mijn jeugd woonden we in Amsterdam in een bovenwoning op de derde verdieping. We moesten altijd heel stil zijn van mijn moeder, zodat we de buren niet tot last waren. We hadden van die houten schuifdeuren met richeltjes, waar wij dan in gingen knikkeren, maar dit maakte te veel herrie. Een typische uitspraak van mijn moeder was; ‘een beetje stil zijn voor de buren’.  Ik heb drie jongens en die lijken op mij qua drukte, maar dan keer drie. Toen onze kinderen nog thuis woonden heb ik ook wel eens gezegd dat ze stil moesten zijn voor de buren. Mijn vrouw sprak mij hier toen op aan en zei; het zijn toch kinderen, wat maakt het uit. Onbewust heb ik dat toch van mijn moeder overgenomen.

De mooiste herinnering die ik aan mijn moeder heb is haar zelden gehoorde, luide lach. Mijn ouders sloten zich regelmatig op in de keuken om met elkaar te praten. Ik weet nog dat ik tijdens één van hun gesprekken sliep en wakker werd van een onbedaarlijk hard lachen aan de andere kant van de schuifdeuren met glas in lood ramen. Het bleek dat mijn vader en moeder een spelletje Halma aan het spelen waren en mijn moeder won. Haar uitgelaten lach vond ik zo mooi om te horen; ‘dit is plezier’, dacht ik toen. Dat zag ik niet vaak bij haar omdat ze zo in zichzelf gekeerd was.

'De mooiste herinnering aan mijn moeder is haar zelden gehoorde, luide lach.'

Dankzij mijn moeder houd ik altijd rekening met anderen. Op een andere manier dan zij dit deed, maar ik ben nooit alleen met mezelf bezig. Dat is heel gek in de politiek en ook best lastig. Ik wil dingen voor elkaar krijgen, maar probeer wel te letten op wat anderen doen en zeggen. Wat ik niet van haar heb is mij heel klein houden op momenten dat dit eigenlijk niet hoeft. Juist doordat ik dit bij haar gezien heb en dacht; dit overkomt mij niet. Dus in zekere zin heb ik ook van haar geleerd om zichtbaar te zijn, omdat zij dit zelf niet was.