aan het woord

Remy Bonjasky

interview

(c) Masha Osipova voor Avanti

Met hologrammen en street art wordt er in en rondom het Almeerse stadhuis aandacht besteed aan de Nederlandse grondwet. Oud-kickbokser Remy Bonjasky doet mee. Binnenkort is zijn verhaal te zien in een hologram. Avanti praat met hem over het recht om zelf te beslissen over wat er met je lichaam gebeurt, en over het slavernijverleden van zijn voorouders. ‘Als tiener schaamde ik me voor mijn kleur.’

De laatste maanden was Remy Bonjasky niet van de televisie te denken. De oud-kickboxer wordt veelvuldig gevraagd voor sportcommentatoren, maar de laatste maanden kwam daar een nieuw onderwerp bij: de pandemie. Want Remy Bonjasky is niet gevaccineerd. In televisieprogramma’s legt hij deze keuze uit, en benadrukt hij het belang van het recht om zelf over je lichaam te beschikken.

Voor het hologram koos je niet voor artikel 1, discriminatie, maar voor artikel 11. Kun je uitleggen waarom?

Ik vond artikel 1 een station dat we wel vaker gepasseerd zijn. Hoe het is om beoordeeld te worden op je huidskleur, of over de positie van vrouwen – in de media hebben we het vaak over discriminatie. Maar over artikel 11 praten we amper: het recht om over je eigen lichaam te beslissen. Veel mensen volgen klakkeloos de overheid als het op vaccinaties aankomt. Want de overheid zal wel weten wat goed voor je is. En dan denk ik: wacht eens even.

Dat klinkt alsof je tegen de vaccinaties bent…

Ik heb niets tegen mensen die zich laten vaccineren, maar ik ben wel tegen dwang vanuit de overheid. Niet de overheid, maar jij hebt het recht om te beslissen over wat er met je lichaam gebeurt. Daarnaast pleit ik voor een gezondere levensstijl. Soms zie ik mensen hun auto beter poetsen dan dat ze hun lichaam verzorgen. Dan staan ze daar, met een peuk en een glas alcohol naast een dikke Maserati. Dat ze trotser zijn op hun auto dan op hun lichaam vind ik moeilijk te begrijpen.

(c) Masha Osipova voor Avanti

Van voetbal en basketbal tot aan kickboksen: je doet al je hele leven aan sport. Je hebt er zelfs je beroep van gemaakt. Voor de normale mensen is het niet vanzelfsprekend om zoveel met sport bezig te zijn.

En dat verwacht ik ook niet, want ieder persoon en ieder lichaam is anders. Maar ik hoop wel dat mensen door mijn verhaal zich bewuster worden van hun eigen lichaam. Ik wil mensen laten nadenken en motiveren om gezonder te worden. Je hebt er maar één en dat moet je schoonhouden. Dat betekent niet dat je jezelf niet af en toe moet kietelen met een taartje of een cola op een verjaardag bijvoorbeeld.

Hoe kietel jij je lichaam?

Met een of twee keer per jaar een Fanta. Dan gaat het dak eraf.

Ik had verwacht dat je een glas whisky zou noemen.

(lachend) Nee, ik drink geen alcohol, nooit gedaan ook. Voor stroopwafels heb ik een zwak. Heel af en toe eet ik een heel pak op.

(c) Masha Osipova voor Avanti

Tijdens de opnames van de hologrammen had je het ook over je voorouders, tot slaaf gemaakten, en over de impact die dat op je heeft gehad toen jij je familiegeschiedenis leerde kennen. Hoe ging dat?

Mijn voorouders waren tot slaaf gemaakten uit Afrika die met de boot via Curaçao en Bonaire naar Suriname werden vervoerd. Een aantal jaar geleden deed ik mee aan het programma “Verborgen Verleden”. Het team van het programma heeft uitgezocht waar mijn voorouders vandaan kwam en wat zij allemaal hebben meegemaakt. Vreselijke verhalen over het harde leven op de plantages, zweepslagen en onmenselijke behandeling. Het deed me pijn om dat te moeten lezen, en die pijn ging alle kanten op. Trotse verhalen over de Gouden Eeuw kan ik maar moeilijk aanhoren. Het is alsof je tegen de Duitsers zegt: wat waren jullie sterk in 1940-1945, want jullie hadden toen heel Europa veroverd.  

(c) Masha Osipova voor Avanti

In de schoolboeken gaat het vaak over de Gouden Eeuw. Hierbij wordt nauwelijks vermelding gemaakt van de slavernij. Hoe keek jij hiernaar, als zwarte tiener uit de Bijlmer?

Als je jezelf niet onderwijst, dan zie je alleen hetgeen wat je voorgeschoteld krijgt. In mijn tijd was de blonde, witte man altijd de held. Alles dat zwart was, het lelijke eendje bijvoorbeeld, was slecht. Hierdoor ging ik denken dat zwart erg en naar is. Maar dat niet alleen. Om me heen werden witte vrienden aangenomen voor bijbaantjes, terwijl ik werd afgewezen. Dat kan één keer gebeuren, maar niet tig keer. Ik besefte dat het aan mijn huidskleur lag. Toen ik een jaar of zestien was, schaamde ik me zelfs voor mijn kleur.

Wanneer kwam de ommekeer?

Toen ik meer ging lezen over mijn geschiedenis. In principe had je twee soorten slaven: zij die ja en amen zeiden en gingen plukken, en zij die verzet boden tegen.  Ik stam af van de marrons, de tot slaafgemaakte Afrikanen die in opstand kwamen, de bossen in trokken en terug vochten. Hoe meer ik erover las, hoe trotser ik werd. Mijn moeder zei altijd: je zal harder moeten werken dan anderen om op die ene plek te komen. De vechtlust die ik nu heb, komt daar vandaan.

(c) Masha Osipova voor Avanti

Wat vind je, in deze tijden van polarisatie, een belangrijke boodschap om aan de lezers mee te geven?

Dat we meer interesse in elkaar tonen en meer met elkaar praten. Als je met elkaar praat, dan kom je erachter waarom moslims ramadan vieren. Dan begrijp je waarom dingen anders zijn in bepaalde culturen. Bij mijn Nederlandse vriend werd ik om zes uur naar huis gestuurd. Dat snapte ik niet. Waarom kon ik niet mee-eten? Mijn moeder daarentegen liet je echt niet de deur uitgaan. Als je bij ons thuis was, dan was je één van ons. Zo ben ik ook met mijn eigen kinderen. En dit soort gewoontes zorgen voor verbinding.

Je hebt zelf ook te maken gehad met discriminatie en etnisch profileren. Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt?

Hoe vaak ik wel niet staande werd gehouden omdat ik toevallig in een mooie auto reed…
Wekelijks, in Amsterdam Zuidoost. Dan vroegen ze hoe ik mijn geld verdiende. ‘Met mensen in elkaar slaan.’ Dan keken de agenten me vreemd aan. ‘Ja, in de ring’, zei ik dan. Tegenwoordig herkennen ze me eerder en laten ze me direct gaan, vaak met een smoes van: je was aan het zwalken. Naast het etnisch profileren, maak ik ook vaak mee dat mensen de slavernij goedpraten. ‘Dat was vroeger’,  zeggen ze dan. ‘Anders was je nu nog steeds in bomen aan het klimmen.’

Word je daar niet ontzettend boos om?

Ik ben niet boos, eerder teleurgesteld. Ze zijn niet slim genoeg of houden vast aan wat hen is geleerd. Daarom is het zo belangrijk om aandacht te hebben voor de geschiedenis én om met elkaar in gesprek te gaan. Of het nou om lichamelijke integriteit of om racisme en discriminatie gaat.