aan het woord
Rituelen rondom rouw en afscheid: Curaçao en Iran

De dood is onderdeel van het leven, meer dan we zouden willen toegeven. Iedereen gaat er op diens eigen manier mee om. Waar de traditionele uitvaart in de Nederlandse cultuur vrij ingetogen is, is dat niet voor iedereen weggelegd. Elk cultuur kent haar eigen rituelen rondom de dood. Wij spraken met Naïra Gomez en Amir Kasaie, die vertellen hoe men in de respectievelijk Curaçaose en Iraanse cultuur omgaat met rouw en afscheid.

Naïra Gomez is transcultureel systeemtherapeut in Almere, die graag vertelt over de Caribische gemeenschap. Gomez vertelt over de geschiedenis van afscheid nemen op Curaçao. Pas na de afschaffing van de slavernij in 1863 konden de voormalig tot slaafgemaakten op een waardige manier afscheid nemen van hun geliefden. Maar het duurde tot 30 mei 1969, ook wel bekend als Trinta di mei, voordat mensen echt op hun eigen manier konden omgaan met de dood. De staking op een olieraffinaderij van Shell groeide uit tot een volksopstand tegen de ongelijke behandelingen op basis van ras. Dit maakte politieke en culturele hervormingen mogelijk voor de Afro-Antilliaanse gemeenschap.
“Op Curacao waren mensen eigenlijk altijd voorbereid op de dood. Iedere woning had een doodskist in het dak. Zodra iemand overleed en de kist werd gebruikt, werd weer een nieuwe gemaakt.” Wanneer iemand bijna kwam te overlijden, was het gebruikelijk om de laatste dagen door te brengen in een buitenhuisje om in alle rust afscheid te nemen van het leven. Een vertrouwenspersoon, meestal een kennis van de familie, kwam dan langs om de stervende gezelschap te houden en te verzorgen. Gomez vertelt: “Deze persoon kreeg veel te horen, bijvoorbeeld geheimen of dingen die de stervende nog op het hart had.” De vertrouwenspersonen worden geacht eigen discretie toe te passen. “Soms vindt diegene die stervende is het te eng om iets te vertellen. En dan is je pad naar het hiernamaals gewoon veel te zwaar. Dus je verlicht diegene juist door de verhalen aan te horen en juist ook te spreken voor diegene.”
Soms zijn de geheimen die gedeeld worden heel verrassend. Gomez geeft een voorbeeld: “Dan komt de familie er ineens erachter dat hun naaste een voetbalvereniging sponsorde of zelfs dat die een andere vrouw of meer kinderen heeft dan gedacht.” De bezoekers van de begrafenis vertellen ook verhalen over de overledene aan de familie, dat zijn dan wel voornamelijk positieve verhalen die als troost worden aangeboden. Daarnaast wordt er bij de begrafenis ook gezorgd dat er goed gehuild wordt: “Mensen stimuleren het huilen door klaagliederen te zingen. Soms worden er zelfs ‘huildames’ ingehuurd, die huilen om dat ook bij anderen op te wekken. Huilen is heel belangrijk voor de rouwverwerking.”

Ook na het overlijden van een dierbare staan de rituelen op Curaçao in het teken van gemeenschap. “Wat ik zelf heel mooi vind” zegt Gomez, “is dat je geen uitnodiging krijgt voor een begrafenis. Als ik jou ken en ik kom erachter dat je iemand bent verloren, dan kom ik naar de begrafenis voor jou.” Ze vindt het bijzonder hoe men elkaar draagt op Curaçao: “Bij het huis hing de vlag halfstok, zodat de hele buurt wist dat er verdriet was. Mensen reden rustig langs, of ze stopten om naar binnen te gaan en iedereen te condoleren.”
In Nederland woont een grote Curaçaose gemeenschap, dus een deel van deze rituelen rondom de dood worden hier ook uitgevoerd. Gomez vertelt daarover: “Ik zie steeds vaker dat mensen elkaar wel uitnodigen voor een begrafenis. Dan sturen ze het bericht door via sociale media.” Zo kunnen er veel mensen op een begrafenis afkomen: “Op Curaçao sta je buiten de zaal als die te klein is, maar hier wordt het wel eens te koud.” Gomez zegt dat de mensen wel rekening houden met de kosten die de familie moet maken voor een uitvaart: “Na de plechtigheid komt iedereen in het huis van de familie of in een gehuurde zaal bij elkaar. Er wordt dan gekookt, muziek gespeeld en mensen kunnen daar blijven hangen.”

Gomez woont inmiddels al 32 jaar in Nederland en ziet dat de rouwrituelen op Curaçao ook veranderen: “Ik weet bijvoorbeeld dat mensen nu geen zwarte kleding meer dragen, maar juist kleuren aandoen om het leven te vieren van degene die overleden is.” Ook ziet ze dat de diaspora andere gebruiken begint te ontwikkelen. “Vroeger waren mensen verzekerd voor repatriëring. Als je overleed kon je lichaam naar Curaçao overgebracht worden. Nu er meerdere generaties in Nederland wonen, gebeurt dat minder en worden sommigen hier begraven. En zij die de wens hebben om naar Curaçao gebracht te worden, kiezen vaak voor crematie om kosten te besparen. Dan nemen ze de as mee om daar uitgestrooid te worden of bij andere familieleden bijgezet te worden.”

We spraken ook met Amir Kasaie, die werd geboren in Iran en in Almere opgroeide. Hij vertelt ons over de rituelen en gewoontes die er in Iran bestaan rondom de dood. In Iran is het, onder andere gedicteerd door de Islam, belangrijk om zo snel mogelijk begraven te worden: “Hoe sneller, hoe beter. Soms zie je dat mensen wat langer wachten op verre familie, maar dat is zeldzaam.” Over het graf vertelt Kasaie dat uitbundigheid gebruikelijk is: “Er wordt gebruikgemaakt van mooie steen en er moeten het liefst zo veel mogelijk tierelantijnen omheen staan. Daarom zie dat je er bij ons vaak een kast is bij het graf, waar je foto’s kan ophangen van de overledene, of het portret van de overledene wordt in de steen gegraveerd.” In het gesprek met Kasaie blijkt dat er ook overeenkomsten zijn met de gebruiken op Curaçao. Gomez vertelde dat er klaagliederen gezongen worden om het huilen op te wekken. In Iran heb je nohe khani, vertelt Kasaie: “Dat is dat iemand op een huilerige toon koran-achtige teksten citeert. Het is eigenlijk gewoon bedoeld om iedereen aan het huilen te krijgen.”
Ook in Iran laat men de buurt zien dat er iemand overleden is. Kasaie: “Er wordt een soort poster gemaakt met de foto van de overledene, die aan de deur wordt opgehangen. Iedereen weet dan: dit huis is in rouw. De poster wordt ook op de werkplek van de overledene verspreid. Je kunt het vergelijken met een rouwadvertentie. Het wordt gezien als bad luck om mensen uit te nodigen voor een begrafenis. Iedereen wordt gewoon geacht te komen.” Ook bij het graf kan iedereen langskomen: “Mensen die andere graven bezoeken komen langs en krijgen dadels aangeboden. Het is ook de bedoeling dat je zelf even langsgaat bij een andere ceremonie die plaatsvindt.” Kasaie denkt dat dat is omdat men gelooft dat de mensen die tegelijkertijd begraven worden samen de reis naar de andere kant maken. “Het is dus om elkaar een beetje succes te wensen en te troosten, want hun geliefden gaan eigenlijk samen op reis.”

Na het overlijden van een dierbare zijn de rouwenden veertig dagen lang gehuld in zwarte kleren. Kasaie vertelt over de rouwrituelen: “De mannen scheren zich niet en vrouwen doen hun wenkbrauwen niet. Na veertig dagen komen naaste vrienden of aangetrouwde familie helpen om weer uit die periode van rouw te komen, door met ze mee te gaan naar de kapper of een wit overhemd langsbrengen. En hoe gaat het rouwen daarna? “Een jaar na de sterfdag is er nog een herdenking. Er wordt ter ere van degene die overleden is eten gemaakt en uitgedeeld aan de mensen op straat of de mensen die naar de rouwceremonie zijn gekomen. Dat noemen we nazri en dat is om de geest van de overledene te herdenken. Je doet goed in de hoop dat jouw goede daad ook afstraalt op degene die overleden is.”

Toen we vroegen of hij wel eens naar de begrafenis van een Iraans persoon in Nederland is geweest vertelde Kasaie dat hij eens naar de begrafenis van zijn vaders neef in Duitsland is geweest: “Ik merkte daar het enorme verschil tussen hoe de Duitse mensen rouwden en hoe mijn vader en zijn broer rouwden. Niemand van de andere mannen huilde, terwijl mijn vader en zijn broer juist heel hard huilden. Er worden bij ons veel meer emoties getoond bij begrafenissen dan in Nederland.

Het is heel gebruikelijk dat mannen huilen, sommige mensen storten zich zelfs op het graf.” En wat Kasaie van het rouwen in Nederland vindt? “Ik snap de rouw hier eigenlijk niet. Ik voel me altijd gek als ik wel verdrietig word, ook al ken ik de mensen helemaal niet zo goed. Het niet tonen van die emoties voelt voor mij alsof we mooi weer spelen.”