aan het woord

De sigaren van Yuri en Lou

Ondernemerschap in het DNA

Lou Dijkstra wandelt op zijn gemak binnen, een half uurtje later dan we hadden afgesproken. “Ik moest nog even kruidenboter maken”, vertelt hij nonchalant, terwijl hij zich in een comfortabele, lederen fauteuil naast die van zijn zoon Yuri nestelt. Toevallig hadden Yuri en ik het net over hoe tijd rondom sommige mensen bijna vloeibare eigenschappen lijkt te hebben. Alsof er altijd meer dan genoeg van is, en er nooit enige haast lijkt te zijn.

“Tijd is ondergeschikt. Voor mij voelt het niet als een ding. Ik denk dat veel mensen moeite hebben om er mee om te gaan, dat ze zich laten leven door tijdsindelingen die zijn opgelegd door een ander”, vertelt Yuri, terwijl hij zijn sigaar nog eens aansteekt.

We zitten gezamenlijk in de kelder van La Casa del Habano, een sigarenspeciaalzaak gerund door Yuri en zijn zakenpartner en goede vriend Olav Meijer. Een van de grootste in Europa. Hier verkopen ze enkel Cubaanse sigaren, en alles dat daarbij komt kijken. De ruimte is in roodbruine tinten gedrenkt en ademt Cuba. Overal zijn zitjes met majestueuze fauteuils en banken gecreëerd, terwijl oude schilderijen aan de muren hangen en een biljart klaar staat om bespeeld te worden. Op een gemiddelde vrijdagavond zitten er rond de 35 mensen binnen.

(c) Annelien Nijland voor Avanti

Naast een natuurlijke ontspannenheid zit ook ondernemerschap in het DNA van de familie Dijkstra. Lou: “Klopt. Mijn vader had ook een sigarenwinkel.” “En de vader van mijn moeder had een groentewinkel”, vult Yuri aan. “En de vader van mijn vader zat ook al in de tabak”, concludeert Lou.

Dat de sigarettenwinkel van Lou en zijn vrouw in Almere kwam te staan was toeval. Lou: “Ik had contacten met een sigarettenfabrikant om een winkel te beginnen, maar je had een boel geld nodig om hier te kunnen starten. Dat hadden we niet, dus eigenlijk was ik me al op een andere locatie aan het richten. Toen bleek er een fonds om het MKB te steunen, omdat er natuurlijk nog heel weinig was hier in 1976. Mijn vrouw was de 599-ste inwoner van Almere, ik was nummer 600. Door dat fonds is het toch nog gelukt. Toen hadden we de toezegging voor de winkel, maar die was nog niet af. Het hele winkelcentrum was er nog niet. Er waren winkeliers die een noodwinkel hadden, maar dat was te duur voor ons. Gelukkig lag ons huis tegenover het centrum, dus de eerste anderhalf a twee jaar hebben we vanuit huis verkocht. Dat was nog goedkoper ook. De gang stond tot aan één hoog helemaal vol, allemaal dozen en spullen op de trap. Dan belde iedereen gewoon aan bij de voordeur.” Yuri: “25 februari 1978 zijn ze open gegaan.” Lou: “En zelfs toen lag er nog niet eens een straat, alleen rijplaten. Er was een café-restaurant, en op zondag deed het dienst als kerk. Alles was in aanbouw, dus er waren vooral arbeiders, die kwamen overal vandaan. Naast de winkel begonnen we ook een koffiehuis, dan stonden we iedere ochtend om 6 uur al koffie te schenken.”

Er lag nog niet eens een straat, alleen rijplaten

Yuri volgde snel in de voetstappen van zijn ouders: “Al vroeg ben ik zelf ook in de winkel gaan werken. Dan ging ik op mijn fiets langs alle sigarettenautomaten met een kratje nieuwe voorraad.” Lou: ‘Er was altijd een ding duidelijk. Hij wilde de winkel hebben. Al vanaf heel jong. Toen heb ik gezegd, haal eerst je papieren, ga dan bij een baas werken en als je er drie versleten hebt mag je terugkomen. Dat heeft ie gedaan. Toen ik vervolgens een leuk aanbod kreeg om wat anders te doen dacht ik, twee kapiteins op een schip hoeft ook niet.” Yuri: “Op mijn twaalfde ging jij in Duitsland werken.” Lou: “Meen je dat nou? Ik dacht dat je ouder was.” Yuri: “Op mijn vijftiende ben ik mede-vennoot geworden. Op mijn zeventiende nam ik het over. Op mijn twintigste heb ik mijn moeders deel overgekocht. Jij was er toen al uit.” Na enige aarzeling corrigeert Yuri zichzelf: “Nee, wacht, ik was zesentwintig.” Tijd en de familie Dijkstra blijven elkaar ontglippen. Het zijn details, want wat vooral duidelijk wordt als je vader en zoon hoort praten, is dat ze hun hart volgen. Daarom besloot Yuri in 2016 de zaak te verkopen en zich in een nieuw avontuur te storten.

(c) Annelien Nijland voor Avanti

Yuri: “De winkel in Haven was geweldig. Het was zo sociaal, echt een dorp, heel bijzonder. Als ik mensen uit die tijd tegenkom, die zullen nu ergens in de zeventig zijn, komen ze nog steeds een praatje maken. Iedereen wist van elkaar wat er speelde, we woonden en leefden in een bubbel. Dat maakte het tegelijk een stuk intenser, sociaal gezien.”

Het was een van de redenen om de nieuwe zaak niet in Haven, maar in centrum te openen. Maar belangrijker voor de verandering was toch de ruimte: “Persoonlijk heb ik meer affiniteit met sigaren. Met sigaretten heb ik niks. De hele handeling van een sigaar roken spreekt me veel meer aan. Je moet de tijd nemen, bewust gaan zitten, het is niet even snel een shotje nemen. In de oude winkel hadden we wel al een specialiteit voor sigaren, maar we kwamen ruimte tekort om een echte ervaring te kunnen bieden.

Met sigaretten heb ik niks

Dus toen mijn zakenpartner Olav en ik gingen rondkijken was het vooral ruimte die we zochten. En die vonden we. Hier konden we de kelder er bij trekken, al was dat nog een heel karwij. Het was vochtig, smerig en er lag geen vloer. We hebben een gigantisch gat moeten laten zagen om een trap naar beneden te kunnen maken.” Met een trotse glundering in zijn ogen vult Lou aan: “Er stond een tractor binnen om alles weg te slepen.” Yuri: “5500 kilo aan puin.”

“Mensen komen ook hier voor het sociale aspect, net als voorheen in Haven”, legt Yuri uit, “maar mensen komen ook voor de specialisatie. We verkopen items waar er wereldwijd misschien vierhonderd van zijn gemaakt. Daardoor komen onze klanten uit heel Nederland. Uit de hele wereld eigenlijk. Chinese zakenlui die in Parijs moeten zijn voor werk komen rustig op en neer om hier sigaren te kopen. Voor hun is vier uur met de trein niet zoveel.”

(c) Annelien Nijland voor Avanti

De vraag wat zijn ouders ervan vonden toen hij de oude zaak verkocht krijgt Yuri vaker. Lou: “Prima toch? Het is zijn droom. Ik was toen sowieso al vertrokken om casino’s te runnen in het buitenland.” “Nee, dat is niet een hele logische overstap, van een sigarettenwinkel naar casino’s”, lacht Lou. “Maar je moet bij ons ook niet voor de logica zijn.” Yuri:” Dat is het denk ik. Wij zijn niet van de logica, wij doen wat we leuk vinden. Als een groter deel van de wereld zou doen wat hij of zij leuk vindt, dan zouden we een veel leukere wereld hebben.”