aan het woord
Spelen, zingen en swingen
Muziek geeft de ene broer structuur en de ander juist vrijheid
Normaal staat Jonathan Arends (24 jaar) als muzikant een paar keer per week op verschillende podia door heel Nederland, maar vanavond komt hij met een brede glimlach en zijn handen vol instrumenten aanlopen bij de Voetnoot. Daar heeft hij sinds drie maanden een eigen ruimte om muziek te maken. En hij is niet alleen, want ook zijn twee broers Daniël (22 jaar) en Joshua (19 jaar) zijn meegekomen. Wanneer Jonathan de fotograaf ziet zegt hij lachend: “Ik heb helemaal niet zoveel decoratie ofzo”.
Eenmaal aangekomen bij zijn oase van muziekinstrumenten, lijkt dat met die decoratie wel goed te zitten. Terwijl we plaats nemen tussen de instrumenten, kijk ik om me heen. Het valt mij op dat er een stuk of vier verschillende gitaren staan. Twee daarvan hebben Daniël en Jonathan al sinds ze 14 en 17 jaar oud zijn.
De drie broers maken al vanaf jongs af aan muziek met elkaar. Samen met het hele gezin en soms alleen, gingen ze elke week meerdere keren naar de kerk. “Vanuit de kerk werd er aan ons gevraagd om met z’n allen te zingen in een koortje,” vertelt Joshua. “Dit was altijd lachen, want dit deed je samen met al je vrienden,” vult Daniël aan. “Op een gegeven moment moesten we wel serieus oefenen, want op zondag luisterde de hele kerk mee!” grapt Joshua. “De kerk heeft grote invloed gehad op onze muzikaliteit. Je maakt kennis met instrumenten en leert op bepaalde toonsoorten zingen. Eens in de twee weken gaan we terug naar de kerk om samen te spelen. Die liedjes oefenen we niet van tevoren maar spelen we zoals we ze kennen. Alles wat anders is dan het origineel hebben we op dat moment geïmproviseerd,” vertelt Daniël trots terwijl hij wat akkoorden op zijn gitaar speelt.
Tijdens ons gesprek kunnen de broers niet stil zitten. Jonathan en Daniël spelen op een akoestische gitaar en Joshua zingt “Say my name” van Destiny’s Child terwijl hij de piano speelt. Heerlijk om de broers met elkaar te zien jammen: de vibe die ervan af komt, werkt aanstekelijk. Daarnaast voelen en vullen de broers elkaar heel goed aan. Tijdens het jammen geven ze elkaar seintjes om de goede akkoorden te spelen. Dit doen ze heel soepel, tussen het spelen, zingen en swingen door. Jonathan: “Mijn moeder heeft mij de eerste akkoorden op de gitaar geleerd”.
“Mijn moeder is geen muzikant maar wel muzikaal” zegt Joshua vol trots. “Nou, dat vind ik niet helemaal!” zegt Jonathan. Terwijl hij zijn jongere broer in de rede valt, kan hij dit niet doen zonder keihard te lachen. Daniël: “Wij passen ons altijd aan, aan onze moeder, wanneer ze zingt. Zij begint een lied, in een bepaalde toonsoort en wij borduren daarop verder.”
“Vroeger moesten we het voor het eten betalen in liedjes.”
Jonathan: Onze moeder vindt het zó leuk om met ons te zingen en muziek te maken, dat we vaak voor of na het eten voor haar speelden en zo voor het eten betaalden in liedjes.” Daniël: “Dat beginnen met zingen en dat de muzikanten maar moeten uitvogelen welke toon soort het is, dat heeft onze moeder niet van een vreemde. Onze oma doet namelijk al jaren precies hetzelfde, met haar zoons.”. Dat de broers uit een muzikale familie komen is wel duidelijk. Wat betekent het voor hen om muziek te maken? Wat voor gevoel brengt dat met zich mee?
“Het geeft een reflectie van hoe je bent. Dat merk ik ook wanneer ik veel schrijf, daarna voel ik mij veel beter. Achteraf kan ik alles teruglezen en er op een afstand nog eens bekijken” zegt Joshua wanneer ik hem vraag wat muziek voor hem betekent. “Met mijn teksten en muziek wil ik verhalen vertellen. Het mooiste wat ik tot nu toe heb meegemaakt is dat mensen naar mij toekomen en mij vertellen dat mijn muziek hen heeft geraakt. Dat je mensen een gevoel kunt geven met je muziek of dat nou lachen of huilen is. Het is het mooiste compliment dat er is”. Momenteel studeert Joshua journalistiek, waar hij ook heel veel schrijft. In de toekomst wil hij zijn eigen songteksten blijven schrijven. En het liefst in singer-songwriter style.
“Muziek is een soort uitlaatklep en tegelijk een manier waarop je jezelf keer tien kunt uitvergroten.”
Daniel: “Ik ben een heel regelmatig persoon, ik hou van regelmaat. Het repeteren met mijn band doen we dan ook op vaste momenten. Maar in muziek kan ik alles om me heen vergeten, en alle ordelijkheid juist loslaten. In het moment zelf kan ik nog andere beslissingen maken, waardoor ik iets anders uitvoer dan dat ik van tevoren had gepland.” Jonathan: “Ik heb dat juist andersom. Ik heb geen structuur in mijn leven, maar in muziek ben ik juist gestructureerd. In de muziek kan ik altijd structuur vinden, maar in mijn leven niet. Zo kan ik ook tot in de vroege uurtjes in deze ruimte blijven, in mijn eentje. Dan ga ik wel af en toe naar beneden hoor! Er zijn vaak nog anderen in het gebouw of bij het café om een praatje mee te maken. Daar haal ik mijn geluk ook uit. Door muziek te maken, alleen of met anderen. Maar praten over muziek dat maakt mij misschien wel het gelukkigst.”
Tijdens ons gesprek ontstaat er iets moois. De broers stellen elkaar nu ook vragen over vroeger, over nu, over dromen en over de toekomst. Daniël vraagt: “Denken jullie weleens terug aan dingen die we hebben meegemaakt in ons leven?”
“Ja toen je je gitaar net had, liet je ‘m vallen” antwoordt Jonathan, in zijn blik zie je dat hij het grappig en vervelend tegelijk vond. “We moesten in Veghel spelen” vertelt hij verder. “Je weet het echt nog precies hé!” roept Daniël tussendoor. Jonathan: “We hadden een gospel band, en speelden bij een soort contest op een festival. We moesten bijna op en Daniël laat zo zijn gitaar vallen. Daardoor klonk het geluid dat er uitkwam niet meer zoals het hoorde. We speelde ook alle nummers aan een stuk door. Dus we konden de klank van de gitaar niet meer veranderen.”
“Dan hebben we het wel over 8 jaar geleden hoor!” vult Daniël aan. Nu lachen de broers hard om dit verhaal, op het moment zelf baalden ze. Want ze wilden natuurlijk als winnaar uit de bus komen! Jonathan: “Weten jullie nog dat ik vroeger zo’n boekje had?”. Hij kijkt vragend naar zijn twee broers en glimlacht. “Vroeger schreef ik heel veel, en niemand mocht het boekje zien. Teksten vind ik moeilijker om aan iemand te laten zien of horen. Met tekst laat je jezelf meer horen.”
“Voorheen stonden we vaker met elkaar op het podium. Nu eens in de twee weken op zondag, in de kerk. Want momenteel reis ik het land door als sessiemuzikant. Ik speel dan vaak met mensen die ik niet ken, daarin merk je wel dat je geen hechte band opbouwt zoals met mijn eigen bands. Ik speel namelijk ook nog in verschillende bands, en ik geef muziek les. En dat allemaal hier in deze ruimte” vertelt Jonathan trots.