aan het woord
Taal als kunst
Wanneer woorden wervelen en wonderen worden
Sandy Bosmans begon al jong met het schrijven van poëzie en verhalen. Haar inspiratie haalde ze niet alleen uit boeken, maar ook uit het dagelijks leven. Toen ze jaren geleden voor het eerst naar een ‘spoken spoken word’-avond ging, wist ze het direct: dit wil ik ook. Inmiddels treedt de spoken word-artiest in het hele land op, en begeleidt ze beginnende artiesten. ‘Op het podium kan ik honderd procent mezelf zijn.’
Sandy’s eerste kennismaking met spoken word was in 2007. Ze bezocht een avond van ‘Mind The Gap’, de voorloper van alle podia die we nu kennen. Op het podium stonden artiesten die zelfgeschreven teksten voordroegen, ieder in hun eigen stijl van poëzie, proza of columns. Voor Sandy voelde het als thuiskomen: eindelijk had ze een vorm gevonden om haar verzamelde teksten met het grote publiek te delen. Even later stond ze voor het eerst op het podium tijdens ‘Woorden Worden Zinnen’ in Dordrecht, opgericht door woordkunstenaar Elten Kiene en Wesley Loos, die dit jaar de Cultuurprijs Zuid-Holland 2020 in ontvangst mag nemen. Sandy was nerveus, en vond dat ze er ‘niets van bakte’. Toen er even later ook een recensie verscheen van de avond, en zij alleen maar genoemd werd omdat ze kauwgom in haar mond had, sloot ze zich aan bij de Poetry Circle in Amsterdam-Oost. Hier werd ze gecoacht en leerde ze performen en schrijven. De beginnersfoutjes zijn allang verleden tijd, en inmiddels is de 33-jarige Almeerse één van de meest gewaardeerde spoken -word artiesten van ons land.
Je bent al jong begonnen met het schrijven, op je achtste. Lees je die teksten nog wel eens of gebruik je ze tijdens optredens?
‘Soms wel. Als ik nu bepaalde teksten die ik op mijn twaalfde of dertiende teruglees denk ik: wow, dat was goed. De poëzie en verhalen die ik toen schreef waren impulsiever en naïever. Anekdotes, flarden en oneliners met als voornaamste thema de liefde. (grinnikt) Toen ik twaalf was dacht ik daar alles over te weten. Nu ik ouder ben, worden de teksten wat depressiever en cynischer. Schrijven werkt voor mij ook therapeutisch, door te schrijven leer je vervelende of nare gebeurtenissen te verwerken.’
Verwerk je ook dingen die in je jeugd zijn gebeurd?
‘Ach, zo dramatisch is het allemaal niet, want ik kom uit Almere. Mijn moeder was een single mom met vier dochters. We waren een ranjahuis, gingen niet ieder jaar op vakantie, maar dat was ook niet erg. Ze werkte hard, voor ons, en als ik er nu op terugkijk, vraag ik me af hoe ze dat allemaal voor elkaar heeft gekregen. Ik denk dat jongeren die het met minder hebben moeten doen vaak creatief zijn. Kijk maar naar de rappers, dansers en spoken word-artiesten, die met creativiteit en humor de wereld beter of mooier willen maken. Zelf las ik heel veel, dat kostte niets. Mijn moeder had geen kind aan me.’
Wat voor soort boeken las je als kind?
‘Een van mijn favoriete boeken is de klassieker ‘Mathilda’ van schrijver Roald Dahl. Dat hij een vrouwelijk karakter zo sterk en goed wist neer te zetten, sprak me aan. Ik las heel veel fictie, waaronder spannende boeken zoals ‘De Griezelbus’ en ‘De dertiende nacht’, maar ook romans en sprookjes. Sprookjesboeken verslond ik. Op een gegeven moment ging ik op zoek naar de klassieke, originele sprookjes, en kwam ik erachter dat ze totaal niet op de Disney-versies lijken. Ze zijn veel rauwer, echter en gruwelijker dan de sprookjes die wij kennen. De Kleine Zeemeermin wordt helemaal niet gelukkig met de prins, want hij trouwt met iemand anders. De Zeemeermin wil terug naar haar familie maar dan moet ze wel de prins vermoorden. Ze weigert, stort zichzelf in zee en verandert in schuim. Sneeuwwitje en Rozerood heb ik ook gelezen. Dat is een ander sprookje, niet het originele; ik vond het gek dat iedereen alleen de eerste kent. Deze versie gaat over twee zusjes en een beer.’
Zolang je een boekje bij je hebt kun je overal schrijven.
Waar haal jij je inspiratie voor het schrijven van teksten vandaan?
‘Onder meer uit boeken, vooral wat betreft vormen en invalshoeken. Door veel te lezen heb ik een goede basis in mijn leven gelegd. Lezen en schrijven gaan toch hand in hand. Mijn oudste zoon houdt er overigens niet van. Zo zie je maar dat het echt een passie moet zijn. Inspiratie kun je overal krijgen: thuis, op straat of in de trein. Ooit zag ik een man zonder schoenen en sokken op station Weesp staan. Ik schrok er een beetje van en schreef er een gedicht over. Zolang je een boekje bij je hebt kun je overal schrijven. De beste teksten komen ineens, je schrijft ze tussendoor, is mijn ervaring.’
Spoken word is een vrije vorm van woordkunst die pakweg vijftien jaar geleden vanuit de Amerikaanse poetry scene naar Europa is overgewaaid. Spoken word-artiesten dragen voor uit eigen werk: poëzie, proza, columns, rapteksten of een mengeling daarvan. Vaststaande regels zijn er volgens Sandy niet. Bij spoken word zet je gedachten op papier, maar dan in een mooiere vorm, om ze vervolgens op het podium ten gehore te brengen, eventueel met muzikale of beeldende ondersteuning. Tegenwoordig worden de teksten ook steeds vaker gebundeld in boeken. Sandy’s werk is onder meer te vinden in een bundel ‘En ze leefden nog’ en de staalkaart ‘Hardop’. Ook stond ze in het theaterstuk ‘Rauw’, waarvoor ze zelfgeschreven teksten over de vrouw voordroeg. ‘In principe schrijf ik over alles, maar toen tijdens het uitzoeken kwam ik erachter dat ik best op thema schrijf. Vooral het vrouw-zijn en het moederschap komen vaak terug,’ zegt ze erover.
Je zegt dat je op je best bent tijdens de PMS-weken, met andere woorden: voor en tijdens je menstruatie. Hoe zit dat precies?
‘Als je PMS hebt, is alles zo dramatisch, maar je krijgt dan wel de beste teksten: je bloedt het er letterlijk uit. De teksten die ik tijdens deze periodes schrijf, gebruik ik altijd. Ik probeer het wel poëtisch te houden door het hier en daar wat te nuanceren. Een ‘rood op rood’-week is top voor je creativiteit: een week waarin je PMS hebt, je teksten schrijft, én moet optreden. Ik heb tijden gekend waarin ik alleen maar kon schrijven als ik depri was. Tegenwoordig probeer ik ook buiten deze periodes te schrijven, want het leven bestaat uit meer dan verdriet en boosheid. Ook verwerk ik nu meer humor in mijn teksten.’
Ben je wel eens zenuwachtig tijdens of voor optredens?
‘Altijd, dat gaat niet weg. Ik weet eigenlijk niet precies waarom, want als ik een tekst voordraag sta ik er compleet achter. Met oude teksten zijn de zenuwen ietsje minder, maar nieuw materiaal voordragen is altijd eng, helemaal als het persoonlijk is. Toen mijn vriend en ik een aantal jaren samen waren, had ik speciaal voor hem een nieuw gedicht geschreven. Eenmaal op het podium werd ik erg emotioneel, hij ook trouwens, en vergat ik wat ik wilde zeggen. Gelukkig geeft spoken word je de ruimte om alles te benoemen, dat heb ik dus gedaan. Het is ook niet erg dat je een deel van je tekst vergeet, want het publiek weet immers niet wat je gaat zeggen. Je kunt hierna gewoon herpakken met een tekst die je wel goed kent.’
Hoe reageert het publiek op minder geslaagde voordrachten van artiesten?
‘Dat artiesten worden uitgejoeld komt bij spoken word niet voor, zelfs niet als het optreden minder pakkend is. Als coach voor Nowhere Amsterdam, de Poetry Circle vind ik het belangrijk dat nieuwe talenten in een sfeer van respect en vrijheid terecht komen, zodat ze niet worden afgeschrikt zodra het fout gaat op het podium. De avonden van Art Harder (een platform voor woordkunstenaars dat werd opgericht door Sandy en haar vriendinnen Roos en Zai) doen het juist zo goed omdat ze laagdrempelig zijn. Ik ben er trots op dat we met z’n allen een cultuur hebben gecreëerd waar in je alles moet kunnen vertellen, en ik vind het belangrijk dat iedereen de kans krijgt om zich te ontwikkelen.’
Hoe bereid je je voor op een optreden?
‘Door de tekst in mijn hoofd te herhalen, bruggetjes tussen teksten te maken en thuis voor te dragen.’
Wat is je favoriete tekst?
‘Mijn favoriete tekst heet Zwarte Zwanen, en gaat puur over de vrouw. Ik heb het geschreven toen ik een writers block had. Zai, een vriendin, stelde voor iets met alliteratie te doen. Ze vond dat ik daar goed in was. Ik heb toen gekozen voor de letter Z, de eerste letter van haar naam. De tekst was eruit voordat ik er erg in had. Later dacht ik: wow, dit is echt heel goed, ik weet niet waar het vandaan kwam, maar ik ga het zeker gebruiken. Dat zijn de leukste momenten.’