aan het woord

Van oorlogsgebied naar thuis

Een nieuwe toekomst in Nederland

©Masha Osipova

Kholoud werkte als civiel ingenieur en haar man Ahmad gaf wiskundeles aan de universiteit. Het leven van het Palestijnse echtpaar was goed in Syrië, maar toen brak de oorlog uit. Nu wonen ze met hun drie kinderen in Almere. Ze voelen zich er thuis. ‘Ik wil nooit meer ergens anders wonen.’

De eerste jaren van de oorlog ging het nog wel. Kholoud en Ahmad woonden in Damascus, de hoofdstad van Syrië. Maar toen hun huis in de buitenwijk Darayya werd geraakt, trokken ze bij de ouders van Khaloud in. Daar bleek het ook niet veilig te zijn. ‘Als ik naar mijn werk ging, wist ik niet of ik die dag wel thuis zou komen,’ begint Kholoud haar verhaal.

©Masha Osipova

Eind 2015 wist Ahmad een visum te bemachtigen en vluchtte hij via een omweg naar Nederland. Zijn vrouw en kinderen volgden een paar maanden later in het kader van gezinshereniging. Bijna acht woonden ze in verschillende asielzoekerscentra voordat ze een woning in Almere kregen. ‘We hadden geluk,’ zegt Kholoud. ‘Inmiddels duurt het veel langer vanwege de landelijke woningnood.’

Ze praat in het Nederlands, weliswaar met een accent, maar vlot en duidelijk articulerend. De taal goed onder de knie krijgen was altijd al prioriteit voor Kholoud, die in Syrië als civiel ingenieur werkte. Ze leerde de Nederlandse taal niet alleen op de talenschool, maar ook via YouTube. ‘Het was lastig. Nederlands is erg moeilijk, vooral voor Arabischsprekende mensen. Ik was ook bang om fouten te maken,’ zegt ze.

Als voorbeeld vertelt ze hoe ze reageerde toen de taaldocent zei dat er iemand was overleden. Kholoud antwoordde toen met ‘gefeliciteerd’ in plaats van ‘gecondoleerd’. Dat vond ze vreselijk.

©Masha Osipova

Zo snel mogelijk een baan vinden en een bestaan opbouwen: dat wilde het echtpaar. Maar helaas bleek dat in hun oude werkveld lastig te vinden, zelfs als men de taal spreekt. De ‘computertaal’ die civiel engineers in Syrië spreken is anders, legt Kholoud uit. En ook Ahmad, die in Syrië wiskundeles op hoog niveau gaf, heeft moeite om een vaste aanstelling te vinden op een school in Almere, zelfs nadat hij zich bijschoolde, stageliep, en wel honderd boeken in wiskunde A en B aanschafte. Momenteel geeft hij bijles aan middelbare scholieren, wederom op hoog niveau, en rekenles aan vluchtelingen. Wiskunde is en blijft zijn passie.

‘Mensen denken dat het niveau hier beter is dan in Syrië, maar dat is niet zo. Ik vind het jammer dat ik hier nog geen baan heb gevonden als leraar, vooral omdat ik weet dat er een tekort is aan met name wiskundeleraren,’ vertelt Ahmad, die het vermoeden heeft dat niet zozeer zijn accent – de taal beheerst hij immers goed – maar zijn afkomst een obstakel vormt. ‘Veel mensen werken zonder bevoegdheid. Daarnaast is er op een school waar ik wilde werken, ook een docent die niet eens Nederlands spreekt. Hij mag wel gewoon lesgeven.’

Kholoud werkt inmiddels bij het taalcentrum Taal Samen. Ze begon er als vrijwilliger en heeft nu een vast contract als officemanager. De kinderen zitten op school, hun oudste kinderen Haya van 17 en Zaed van 14 zitten op de Havo/VWO en het VWO. Daar zijn hun ouders erg trots op.

De 10-jarige Hala, die twee jaar was toen ze uit Syrië vluchtte, herinnert zich niets meer van haar thuisland. Zaed nog wel. ‘Het leven was er volgens mij wel goed, maar school vond ik er niet zo leuk. Hier wel. Ik heb het sowieso erg naar mijn zin in Almere,’ vertelt hij.

©Masha Osipova

Elke dag is hij buiten met zijn vrienden. Ze zijn van Nederlandse, Marokkaanse, Afghaanse en Surinaamse afkomst – te veel om op te noemen. Dat is een van de dingen die hij zo leuk vindt aan Almere: alle culturen komen er samen. Hetzelfde geldt voor zijn zusje Hala. School geeft ze aan ‘makkelijk’ te vinden. ‘Volgens mij doe ik het best goed,’ lacht ze. Net als haar broer en zus hoopt ze later naar het VWO te kunnen.

Hoewel het gezin uit Syrië komt, zijn ze oorspronkelijk van Palestijnse afkomst. Ze hebben familie wonen in Gaza. Daarvan zijn er al tientallen mensen gedood. Sinds de aanval van Hamas op 7 oktober zijn er al tienduizenden Gazanen omgekomen door Israëlische bombardementen, en voorlopig lijkt er nog geen einde van de oorlog in zicht. De oorlog baart het gezin zorgen. ‘We proberen contact te krijgen met familieleden en vrienden die er wonen, maar het is lastig. Aan het begin van de oorlog had ik nog contact met mijn neefje en zijn familie, maar inmiddels niet meer. Ik weet niet of ze nog leven. Er zijn geen veilige plekken in Gaza. Waar kunnen de mensen nog heen?’ vraagt Kholoud zich af.

©Masha Osipova

Om de andere week, meestal op een donderdag, is er een demonstratie voor Gaza bij het station in Almere. Daar gaan ze altijd heen. In hun woning staan kleine Palestijnse vlaggetjes, snuisterijen met Palestijns borduurwerk, en ze hebben meerdere Palestijnse keffiyeh’s en sjaals. Ook Hala draagt een Palestijns kettinkje. Dat er in Nederland veel steun is voor de Palestijnse zaak doet hen goed.

Geen van allen geeft aan zich gediscrimineerd te voelen. Ook Christian, eveneens geboren en getogen in Syrië en een vriend van de familie, zegt zich welkom te voelen in Nederland. ‘Nooit heb ik discriminatie ervaren in Nederland. En om het nieuwe kabinet maak ik me ook niet druk. Als je meedoet in de samenleving en een mooie toekomst voor je hebt liggen, word je echt niet zomaar teruggestuurd, hoor,’ zegt hij.

©Masha Osipova

Waar hij wel aan moest wennen? Het Nederlandse weer. ‘We hebben allemaal vitamine D pillen moeten kopen,’ lacht hij, waarop Kholoud zegt ‘nooit zonder een regenjas naar buiten te gaan’.

De enige vorm van uitsluiting die ze meegemaakt hebben, is dat kinderen in het begin niet met Hala wilden spelen omdat ze geen Nederlands sprak. En dat Ahmad nog geen vaste baan heeft. Maar dat zal in de toekomst veranderen: daar zijn ze van overtuigd.

Terug naar Syrië willen ze niet. Hun toekomst ligt in Almere, in Nederland. ‘Ik heb werk, veel vriendinnen, goed contact met de buren en mijn kinderen hebben het hier naar hun zin. Niemand wil weg,’ zegt Kholoud. Daar is Zaed het niet helemaal mee eens: hij wil zien waar hij oorspronkelijk vandaan komt. ‘Ik zou wel naar Jordanië willen, omdat de meeste mensen daar Palestijns zijn, en de Al-Aqsa in Jerusalem willen zien. Palestina zit altijd in mijn hoofd.’

©Masha Osipova

Kholoud glimlacht. ‘Misschien kunnen we ooit op vakantie gaan naar Palestina, als de oorlog voorbij is. Het schijnt er heel mooi te zijn.’