aan het woord

We moeten ons kapot-labelen

Opdat het straks niet meer hoeft

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Geregeld krijg ik, als uitgesproken onderdeel van de LHBTQI-gemeenschap, enige hypocrisie verweten: ‘Jullie willen toch geen hokjes? Waarom dan al die letters?’ Inderdaad, in de ideale wereld wás er geen roze gemeenschap, maar zo’n feest is het nog niet. We zijn langzamerhand steeds meer slingers aan het ophangen, maar er worden nog steeds mensen in elkaar getrapt om wie ze zijn en nog steeds heeft niet iedereen snel toegang tot de zorg die ze nodig hebben. Niet al te feestelijk: er is nog werk aan de winkel. Daarom bepleit ik het labelen. Het is een noodzakelijk kwaad als middel tot het doel: een ideale en fluïde wereld.

Ik geloof dat wij, als maatschappij, onze taal vormen en niet andersom. Daarom hebben we het over verschillende seksualiteiten en genderidentiteiten in the first place. Als we, bijvoorbeeld, mannen die toevalligerwijs op mannen vallen niet als iets abnormaals zagen, bestond een label als ‘homo’ niet. Laat staan de negatieve connotatie, die door veel mensen wordt toegevoegd, zo is ‘homo’ nog steeds het meest gebruikte scheldwoord op middelbare scholen. Nee, dan zouden we het simpelweg hebben over de mens als wezen, al dan niet met romantische en/of seksuele interesse in soortgenoten en zouden we hen niet in hokjes stoppen of labelen.

Hoewel de hokjes dus scheidingen maken, die onnodig zouden zijn in de ideale maatschappij, bieden dezelfde hokjes en labels ons wél de taal om over de problematiek te praten in onze huidige maatschappij. Deze problematiek, een uiting van queerfobie en het idee dat queer mensen ‘de ander’ zijn, is overigens zeer divers. Denk bijvoorbeeld aan, zoals hierboven benoemd, straatinitimidatie, maar ook pesterijen op school en werk.

(c) Lisa Zilver voor Avanti

Het is ironisch: het product van deze denkwijze, een hiërarchische scheiding op basis van seksualiteit en gender die in de taal is geslopen, hebben we vooralsnog nodig om dezelfde denkwijze te bestrijden. Als we in een compleet hokjesloze wereld zouden leven, kan ik namelijk niet benoemen dat ik gediscrimineerd word. Dan zou een term als ‘queerfobie’ of ‘transhaat’ niet bestaan. Het labelen en benoemen van waarop we gediscrimineerd worden, biedt ons een stok om mee terug te vechten en een scalpel om gericht de onderdrukking mee te ontleden. Kortom: labels zijn zo slecht nog niet, zolang ze een rol vervullen in de strijd tegen LHBTQI-haat.

Let wel, ik wil niet voorbijgaan aan de aangename kanten van hokjes en labels. Naast het feit dat het een middel is tot het neerhalen van de discriminatie van degenen met het ‘verkeerde’ label, maakt het onderling begrip mogelijk. Waar de menselijke seksualiteit enorm complex is, maakt het label ‘lesbienne’ of ‘queer’ een hoop duidelijk. Dit maakt de weg vrij om elkaar te begrijpen; het maakt het allemaal wat praktischer en behapbaarder. Ook verduidelijkt het eventuele strubbelingen die mensen met hetzelfde label doormaken in de status quo. Dat is dan ook het grootste voordeel van labels: verduidelijking, zij het van elkaars innerlijke wereld, zij het van elkaars problematiek.

(c) Lisa Zilver voor Avanti

En toch verlang ik naar een wereld waar verduidelijking niet langer nodig is; een wereld waarin we iets prachtig complex, genuanceerds en fluïde als seksualiteit of genderindentiteit niet ‘praktischer’ hoeven te maken. Ik droom van een wereld waarin we seksualiteit en identiteit niet tekort doen door ze vast te pinnen, maar dat we ze juist de ruimte bieden zich te ontwikkelen en te ontplooien. Ik smacht naar een wereld waarin men leeft zonder obsessie voor elkaars voorkeuren, maar gewoon lekker iedereen zijn/haar/diens ding laat doen. Kortom: een wereld waarin de LHBTQI-gemeenschap niet meer bestaat, maar waarin iedereen álle letters durft uit te proberen. Of niet, ook prima.