aan het woord
‘God is voor mij net zo goed een vraag’
Theoloog Alain Verheij
Alain Verheij (29) vindt het leuk om ‘God op tafel te smijten’. Dan legt hij op twitter in tien tweets beknopt uit waar Pinksteren of Hemelvaart precies voor staan. Die behapbare informatie, vrij van moeizame taal, deelt hij niet alleen op Twitter, maar ook op seculiere festivals, in de media, tijdens lezingen en in kerken door het hele land. Hij ziet het als zijn taak als theoloog om de Bijbel zo goed mogelijk uit te leggen.
Die interesse in theologie was er altijd al. Als klein mannetje was hij geobsedeerd door geschiedenisverhalen. Zo liep Alain in groep 7 rond in een trui met de afbeelding van een Egyptische god en gingen zijn spreekbeurten over onderwerpen als mummies. Een studie geschiedenis werd na een jaar ingeruild voor een studie theologie, een gereformeerde domineesopleiding nog wel. ‘Dan mag ik ook oude verhalen vertellen, maar dan luisteren mensen er naar alsof het over hun leven nu gaat,’ zegt hij erover.
In aanloop naar het Avanti-festival OVER/ZICHT ontmoeten we elkaar op een terras in Rotterdam. Die Rotterdamse volksaard werkt nog altijd door in zijn werk als freelance theoloog. Eenentwintig jaar was hij toen hij voor het eerst voorging in een redelijk stijf gereformeerde kerk, onder toeziend oog van leerlingen en docenten. ‘Goed verhaal, alleen jammer van dat Rotterdamse accent,’ was het commentaar. Het accent is inmiddels afgeleerd. Tenminste, niet wanneer de preek een stemmetje nodig heeft. ‘Dan wordt Jozef opeens een Rotterdammer!,’ lacht Alain, die het geloof van huis uit meekreeg en altijd religieus is gebleven.
‘Goed verhaal, alleen jammer van dat Rotterdamse accent'
Het boekcontract bij Atlas Contact heeft hij mede te danken aan zijn ‘twitterbijbel’. De redacteur van de uitgeverij, wiens ouders de kerk al jaren terug hadden verlaten, vroeg zich af wat hij zijn kinderen moest meegeven aan geloofsbeleving. Hij benaderde Alain via sociale media. Kon hij geen boek schrijven met de belangrijkste christelijke verhalen? Een soort Bijbelverhalen voor dummies? Of een serie brieven?
Uiteindelijk werd gekozen voor een persoonlijke insteek. In zijn boek God en ik dienen zijn drie levensfasen en kerkfasen als handvat om de belangrijkste Bijbelverhalen te vertellen. De lezer krijgt een inkijkje in de protestantse, evangelische en de gereformeerde kerkgenootschappen, die als een rode draad door Alains levensfasen lopen.
In het boek neemt de theoloog ook zijn relatie met de heer onder de loep en komt hij tot de conclusie dat God voor hem net zo goed een vraag is. ‘Bidden doe ik iedere avond, maar of er iemand luistert, weet ik niet,’ bekent hij. Een lach. ‘Maar ik hoop natuurlijk van wel.’
De meeste christenen bidden voor bescherming, uiten hun dankbaarheid of vragen om vergiffenis. Wat zijn voor jou redenen om te bidden?
‘Ik heb een tijdje niet gebeden, tot ik een paar jaar geleden ging beseffen dat ik het miste. En ik ben niet de enige. Zo las ik bijvoorbeeld op de Correspondent dat wetenschappelijk bewezen is dat mensen die een dankboek bijhouden gelukkiger zijn. Zelf zat ik ’s avonds vaak boos te twitteren, de bitcoinkoers en mijn likes te checken, net voordat ik ging slapen. Nu zet ik mijn telefoon op vliegtuigmodus en bid ik. Ik zeg waar ik dankbaar voor ben, deel mijn zorgen en wat ik beter wil doen. Hetzelfde gebed als dat ik als kind deed, maar dan opnieuw veroverd.’
'Hetzelfde gebed als dat ik als kind deed, maar dan opnieuw veroverd.’
‘Ik geloof niet dat God na het horen van mijn gebed denkt: Oh, laten we Alains opa eens beter maken. Het gebed verandert God niet: het verandert mij. Het helpt mij beter te leven. Er zijn zoveel mensen die hebben gebeden dat hun kinderen veilig aankomen op school. Waarom komt het ene kind wel veilig aan en het andere niet? Moet ik dan zeggen dat dit komt doordat ze niet hebben gebeden? Nee toch.’
Sommige christenen zullen zeggen dat het Gods wil is.
‘Strenggereformeerden zeggen dat alles voorbeschikt is door God. ‘De heer heeft gegeven, de heer heeft genomen, de heer zij geprezen,’ lees je op grafstenen. Dit slaat op Job uit de Bijbel. Hij raakte alles in zijn leven kwijt, zijn bedrijven, zijn gezondheid, zijn kinderen, maar houdt toch vast aan zijn geloof. Dat soort vroomheid kan ik niet opbrengen, dan maak je van God iemand die ook heel gemene dingen bedenkt. In heb de vraag geparkeerd – in de praktijk geloof ik niet dat God zich daar zo mee bezig houdt. Voor mij is God een kracht die mij een beter mens maakt voor mijn naasten en waarmee ik anderen hoop te inspireren.’
In God en ik wordt jouw tienertijd aan de pinkstergemeente gekoppeld. Waarom heeft deze kerk zo’n aantrekkingskracht op met name jongeren?
‘De pinkstergemeente is toegankelijk, met uitbundige liederen, ‘inspirational quotes’ en duidelijke leefregels. Daarom stappen jongeren er makkelijk binnen en gaan ze er enthousiast in mee. Verraderlijk, want evangelische kerken hebben een vrij strak moraal. Eigenlijk zijn ze heel radicaal. Ze zijn ook puberaal tegenover traditionele kerken, zo van: kijk, wij hebben wel een drumstel. Ik kan daar niet meer aarden.’
(lachend) ‘Trouwens, ze zijn ook de enige kerk waar je mijn boek niet kunt kopen.’
De tweede druk van God en ik ligt inmiddels in de winkel. Bijzonder is dat het boek voornamelijk wordt gelezen door christenen, terwijl het juist voor een seculier lezerspubliek is bedoeld. Dan krijgt Alain mails van lezers die zeggen dat ‘hun zoon ook niet meer zo gelovig is’ (alsof Alain ook niet meer gelooft) of juist van mensen die alleen maar Bijbelteksten sturen. ‘Als je je met religie bemoeit, komen de reacties vanzelf wel,’ wuift hij lachend weg.
Na je evangelische periode sloot je je aan bij de gereformeerde kerk. Dat lijkt me een behoorlijk contrast.
‘Handen in de lucht, zingen, de Bijbel die niet serieus gelezen wordt: ik was afgeknapt op het hysterische van de pinkstergemeente. Ik wilde verhalen, verdieping en rustige kerkdiensten. Dat vond ik in de gereformeerde kerk. Gereformeerden zijn nette mensen, hier en daar een beetje chagrijnig en erg op zichzelf. Nieuwe dingen doen ze liever niet. Zo kwam ik een keer met een gitaar aanlopen. ‘Wat kom je doen met dat ding?’ vroeg een vrouw, alsof ik een Kalasjnikov bij me had. Maar hun Bijbelkennis is super goed. Daar heb ik geduldig en trouw de Bijbel leren lezen, wat me als theoloog gevormd heeft. Nu kan ik voor iedere situatie wel een Bijbelverhaal oplepelen.’
Ben je nu lid van een kerk?
‘Nee, en dat is apart voor een theoloog, want de meesten worden dominee. Maar het betekent wel dat ik overal voor opensta en niks met kerkpolitiek te maken heb. De ene dag sta ik op een festival in Almere, de andere dag preek ik in een kerk. Ik kies een thema en mag zeggen wat ik wil. Dat is fijn.’
Je staat bekend als linkse theoloog.
‘Als theoloog vertegenwoordig ik waarden als naastenliefde, belang van de ander en barmhartigheid: de idealen van Jezus. Als ik me meng in asiel-, racisme- of genderdebat probeer ik deze idealen hoog te houden. Soms maak je vijanden. In een kerk zitten ook mensen met allerlei politieke overtuigingen. Kijk maar naar de houding ten opzichte van de islam, die verschilt per kerk. Wat ik als theoloog doe, is een Bijbelverhaal aan een hedendaags thema koppelen zodat het verhelderd wordt. Voor wie of waar maakt me niet uit.’
'De ene dag sta ik op een festival in Almere, de andere dag preek ik in een kerk'
Hoe moet de Bijbel volgens jou gelezen worden?
‘Het is geen boek dat je willekeurig openslaat en daar je antwoord vindt. Bijbelverhalen zijn niet uit de hemel komen vallen, noch werden ze door een engel gedicteerd of bevatten ze een eeuwige moraal. Het is een mozaïek van verschillende beelden, meningen en mensen. In mijn boek geef ik de highlights, een combinatie van alle belangrijke verhalen, die als een bron van wijsheid worden gezien. De verhalen worden al meer dan 2000 jaar beproefd. En ze werken nog steeds, omdat ze over ons allen gaan.’
Hoe trek je een eeuwenoud Bijbelverhaal naar het hier en nu?
‘Een van de belangrijkste verhalen is het verhaal van Jozef. Jozef wordt door zijn broers in een put gestopt, uit de put gehaald en als slaaf verkocht naar Egypte. In Egypte wordt hij van een ‘me too’ beschuldigd en onschuldig de cel ingegooid. Een ellendig verhaal. Vanwege zijn wijsheid (Jozef kan goed dromen uitleggen) klimt hij echter op van lievelingsgevangene naar grootvizier. Als klapper op de vuurpijl komen zijn broers vanwege de hongersnood naar Egypte en hebben ze hem nodig. Dit verhaal heb ik gekoppeld aan mijn scheiding, toen ik weer in mijn oude tienerkamer sliep. Net als Jozef was ik verlaten en zat ik in de put. Toch was er hoop.’
'Het is mijn werk om over onzichtbare dingen te praten'
Je stelt dat van alle West-Europese landen ons land het meest ontkerkelijkt is. Denk je dat er in de toekomst een heropleving komt van het christendom?
‘Tijdens mijn eerste collegejaar zei mijn docent: ik zou een plan b hebben. Er hangt in Nederland al langer zo’n vibe over het geloof, zelfs onder theologen. Zelf denk ik dat het in golven gaat. Met grote politieke veranderingen ontstaan ook religieuze veranderingen. We staan nu op een schakelpunt: hoe moet het nu verder, net na de ontkerkelijking? De Republikeinen in Amerika en Poetin in Rusland proberen een opleving van het christendom te bevechten. In Nederland hebben ze het vaak over de ‘joods-christelijke cultuur’, waar ze eigenlijk mee bedoelen dat we geen moslims moeten willen. Daar hou ik niet zo van.’
Is het moeilijk om het over zo iets onzichtbaars als god te hebben?
‘Het is mijn werk om over onzichtbare dingen te praten. Als je het over God hebt, heb je het over liefde, schoonheid en rechtvaardigheid, wat onzichtbare thema’s zijn. God gaat over je diepste waarden: waar je van droomt, waar je bang voor bent en wat je belangrijk vindt. Die waarden heeft iedereen. Alleen noemen theologen het God.’