aan het woord

Inclusieve leeromgevingen

Kansenongelijkheid verkleinen

(c) Yara van der Velden voor Avanti

Kinderen uit migrantenfamilies of uit een lager sociaaleconomisch milieu krijgen minder kansen in het leven. En ongelijkheid begint vaak al in de kleuterklas. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen dezelfde kansen krijgt? Dr. Sui Lin Goei, lector aan de Hogeschool Windesheim en universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, houdt zich bezig met het ontwerpen van inclusieve leeromgevingen zodat alle leerlingen gelijke kansen krijgen.

Toen Sui Lin Goei op het Rotterdamse Montessori Lyceum werkte, merkte ze pas écht het belang van gelijke kansen. Sui Lin, opgeleid als schoolpsycholoog, testte leerlingen met een vmbo-advies om te kijken of ze wel of niet mee konden komen op het havo/VWO. Ze vond het niet eerlijk dat sommige leerlingen op basis van hun schooladvies hoger of lager werden ingeschat.

‘Sommigen zijn laatbloeiers, die kunnen het heus wel aan, maar kregen toch een lager advies van hun leerkracht,’ vertelt Sui Lin. ‘Aan de andere kant had je ook te maken met ouders die persé wilden dat hun kinderen naar het VWO gingen, of met kinderen die graag met hun vriendjes in de klas wilden blijven zitten.’

Hoewel ze het Montessori Lyceum ‘absoluut een leuke school’ vindt, merkte ze nog iets anders op: dat de verwachtingen die leraren van bepaalde leerlingen hebben hardnekkig zijn. En bijna niet te veranderen. ‘Uit onderzoek blijkt dat leraren in de eerste tien weken van het schooljaar een beeld vormen, onder meer op basis van iemands gedrag, afkomst en sociaaleconomische klasse. Als een leraar tegen een leerling zegt: ‘je kan dit niet’, dan gaat de leerling zich hier vervolgens naar gedragen. Het wordt een selffulfilling prophecy die overigens ook andersom kan werken. Leerlingen van wie meer verwacht wordt, doen meer moeite terwijl leerlingen door lagere verwachtingen ook lager gaan scoren,’ legt ze uit.

(c) Yara van der Velden voor Avanti

Wat kunnen scholen doen om gelijke kansen voor ieder kind te creëren, ongeacht de standplaats van hun wieg? Met deze vraag houdt Sui Lin zich al jaren bezig. Volgens Sui Lin begint het allemaal bij het creëren van een veilige en voorspelbare leeromgeving voor kinderen op de basisschool.

Normen en waarden leren

In Amerika werken ze al langer met een preventief raamwerk, dat sinds 2010 ook wordt toegepast in Nederland, om een dergelijke leeromgeving te realiseren. Het eerste wat de school doet, is met elkaar de belangrijkste waarden vaststellen. Vaak zijn dat ‘respect hebben voor elkaar’, ‘veiligheid voor jezelf en elkaar’, en ‘verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gedrag’. Vervolgens spreken ze met elkaar gedragsverwachtingen af. Denk aan: groeten bij de deur, naar elkaar luisteren en anderen niet pesten,’ zegt Sui Lin.

Het is best lastig om gedrag aan te passen, maar net als taal en rekenen is gedrag een vak dat je kunt leren. De gedragsverwachtingen worden aangeleerd en aangereikt tijdens zogeheten gedragslessen die in de scholen ontworpen worden door de leraren, vaak samen met ouders en leerlingen. ‘Als iedereen dezelfde taal spreekt, dan treedt er minder storend gedrag op, waardoor er vervolgens meer ruimte ontstaat om te leren. En hierdoor krijgen kinderen meer kansen,’ vertelt ze. ‘En nee, pesten kun je nooit geheel voorkomen, maar door een veilig klimaat te creëren op scholen, zorg je ervoor dat er minder ruimte ontstaat voor pestgedrag. Belangrijk, want de last van pesten dreunt door in het leven van (jong)volwassenen.’

(c) Yara van der Velden voor Avanti

Beeld van de werkelijkheid

Inmiddels werken er 350 basisscholen, 70 middelbare en een aantal MBO-scholen met het zogenaamde ‘positive behavior support’-systeem. Momenteel is ze bezig met een groot Europees project waarin augmented reality (AR) gebruikt wordt om de gedragsverwachtingen en gedragsroutines aan te reiken. Dit gebeurt door middel van een AR-app waarin leerlingen een avatar in de vorm van een alien krijgen. De alien is nieuw op aarde en moet leren hoe die zich moet gedragen. Met die app kunnen leraren lessen ontwerpen voor hun leerlingen op school.

Sui Lin weet uit eigen ervaring hoe belangrijk een inclusieve en veilige leeromgeving is voor opgroeiende kinderen. Als kind van Chinese migranten uit Indonesië, werd ze flink gepest door klasgenootjes. ‘Bootvluchteling!’ riepen ze haar na. Ook kreeg ze een lager schooladvies van leraren, waardoor ze gedemotiveerd en verveeld raakte op school. Hoewel ze graag tekende, bleek de Kunstacademie ook niets voor haar te zijn. ‘Na anderhalf jaar stopte ik ermee, en besloot ik pedagogiek te gaan studeren. Tegen de verwachtingen van mijn ouders in, want die wilden het liefst dat ik rechten, tandheelkunde of economie ging studeren.’

Overigens is er niets mis met een beroepsopleiding, haast ze zich te zeggen. ‘In de Westerse maatschappij word je alleen voor vol aangezien als je theoretisch geschoold bent, maar dat is natuurlijk onzin. Waar het mij om gaat is dat kinderen op de juiste plek belanden. Dat de kansen van iedereen zo groot mogelijk zijn, ongeacht afkomst, kleur of sociaaleconomische omgeving.’

(c) Yara van der Velden voor Avanti

Taalpaspoort

In Almere is net een groot project van start gegaan: de stedelijke taalaanpak. Samen met andere professionals van Windesheim Flevoland werkt de docente en lector aan de professionalisering van taalvaardigheid in de kinderopvang. Belangrijk, want veel Almeerse kinderen worden meertalig opgevoed, legt ze uit. ‘Denk aan kinderen van migranten, maar ook van de groeiende groep expats.’

Om erachter te komen wat deze kinderen nodig hebben, moet men eerst weten wat thuis de dominante taal is, en welke talen de kinderen nog meer spreken. Deze vaardigheden worden opgeschreven in een taalpaspoort die de ouders mee kunnen nemen naar de opvang, waar een team ermee aan de slag gaat. De bedoeling is dat als leiders binnen de kinderopvang professioneler met taal om leren gaan dat de kinderen daar dan profijt van hebben.

‘Denk aan voorleeskringen, boeken in allerlei talen, maar ook aan een robot die in de eigen taal voorleest. Door inzicht te krijgen in hun talenkennis kun je werken aan een onvoldoende woordenschat in de Nederlandse taal.’

En ook dit zal bijdragen aan het verkleinen van de kansenongelijkheid, besluit ze.

Meer weten? Op 28 september 2022 spreekt Sui Lin Goei over haar onderzoek, projecten en kansengelijkheid tijdens de talkshow Op de rand van de toekomst.