aan het woord
We leven in een wereld van overvloed
Mens in Almere #3 door de ogen van onze huiscolumnist
Het was een doodnormale avond. Een doordeweekse dag. Mijn vriendin en ik lagen languit op de bank berichtjes naar elkaar te sturen. Het is wel handig om daarbij te vermelden dat zij in een andere stad woont.
We bespraken de dag die we erop hadden zitten, wisselden lieve woordjes uit, stuurden elkaar grappige filmpjes van schattige dieren en dachten hardop na over wat we die avond zouden gaan eten. Een typisch verliefd stel.
Ergens tussen de grappige dierenfilmpjes en de plannen voor het avondeten, legde mijn vriendin een link tussen die twee. Of eigenlijk wees ze me snoeihard op mijn eigen hypocrisie. ‘Voor iemand die zoveel van dieren houdt als jij, eet je er behoorlijk veel op.’ Sindsdien eet ik geen vlees meer.
Mijn nieuwe, vleesloze bestaan bracht een andere, onverwachte bijkomstigheid met zich mee. De eerste weken dwaalde ik plots twee keer zo lang door de supermarkt, wanhopig op zoek naar iets dat ik dan wél kon eten. Vlees was al zo lang het onbetwiste hoofdonderdeel van iedere maaltijd, dat ik vergeten was hoe het ook anders kan.
Gisteren vond in deze prachtige stadskas een gesprek plaats met Flevolandse boeren die het anders kunnen en ook doen. Dat gesprek werd geleid door journalist Janno Lanjouw die zelf in eerder gesprek met Avanti zei: ‘In de jaren ‘50 was het normaal om hooguit twee keer per week vlees te eten, nu is dat voor een deel van de bevolking opeens een absurd idee.’
Wij leven hier in een wereld van overvloed wanneer het op voedsel aankomt. En dan heb ik het niet alleen maar over vlees. We lopen door de supermarkt en hamsteren onze mandjes en karren vol met voordeelverpakkingen en bonusaanbiedingen. We kopen veelal omdat het kan, omdat het er is, niet per se omdat we het echt willen of nodig hebben. Waar het allemaal vandaan komt, weten we niet of nauwelijks. Het deert ons niet.
We zien niet wat vooraf ging aan onze boodschappen. De tijd, de energie, het zwoegen, het leed. We denken er niet over na wanneer we het afrekenen, we schenken het geen aandacht wanneer we het bereiden, we staan er niet bij stil wanneer we steeds weer te veel voedsel weggooien.
Voor mij zette een kleine aanpassing van m’n dieet, het voortaan weglaten van vlees, een grotere bewustwording in gang. Bewust van wat ik eet, waarom, en waar vandaan. Nu zal ik niet zeggen dat iedereen direct moet stoppen met het eten van vlees. Ik wil niet die verstokte roker zijn die stopt en plots iedere roker in zijn omgeving erop wijst wat een smerige gewoonte het toch is. Maar dat die grotere bewustwording over voedsel in het algemeen bij iedereen op welke wijze dan ook moet plaatsvinden, daarover twijfel ik niet.
Wij leven hier in een wereld van overvloed wanneer het op voedsel aankomt. Wij wel. Wíj wel. Maar met de manier waarop we dat leven leiden zal aan die overvloed ook voor ons onherroepelijk een einde komen. Met deze woorden wil ik geen boodschap verspreiden van doem en duisternis, maar juist een van hoop. Want er is niet meer dan een kleine verandering nodig, een verandering in ons eigen denken, om niet alleen onszelf, maar nog vele generaties na ons een leefbare toekomst te schenken.